|
|||||||||
Zandverstuivingen of stuifzandgebieden: KootwijkerzandZandverstuivingen en stuifzandgebieden bestaat uit drie delen. Het Kootwijkerzand is er een van. Samen geven ze een goed beeld van dit fenomeen. Kijk ook naar de andere twee delen van zandverstuivingen en stuifzandgebieden: Lange Duinen en Korte DuinenHulshorsterzandMet 700 hectare is het Kootwijkerzand het grootste stuifzandgebied van West-Europa. Het ligt op de Veluwe in de provincie Gelderland ten zuiden van Kootwijk. Het is eigendom van Staatsbosbeheer. Parkeren Algemeen
Ooit lag er een dorpje op het
Kootwijkerzand
Op de plek waar nu het Kootwijkerzand is, lag in de vroege middeleeuwen een dorpje met zo’n 50 tot 150 inwoners. Ongeveer van de achtste tot de elfde eeuw woonden de mensen hier in grote, langwerpige houten boerderijen van zo’n 17 tot 23 meter lang. Maar ook in die tijd ging de mens al niet zorgvuldig met de natuur om. Bomen werden op grote schaal gekapt omdat men hout nodig had om houtskool te maken. Die houtskool gebruikten de mensen om ijzeroventjes te stoken. De Veluwe kende in die tijd namelijk een bloeiende ijzerindustrie die gebruik maakte van klapperstenen die in het gebied werden gedolven. Naast het kappen van bomen verdween ook veel van de vegetatie doordat akkers werden aangelegd en doordat het vee de bodem kaal graasde. Het dekzand dat zich onder de vegetatie bevond, kwam bloot te liggen. Doordat planten en bomen de bodem niet meer vasthielden, ging steeds meer zand verstuiven. Daar kwam nog bij dat het klimaat op een gegeven moment droger werd. En toen was er ineens geen houden meer aan. Het zand rukte steeds verder op. Oogsten mislukten en het dorpje zelf werd door het zand bedreigd. De bewoners zullen er ongetwijfeld van alles aan gedaan hebben om het dorpje leefbaar te houden. Maar op een gegeven moment lukte dat niet meer. Men moest de boerderijen aan de natuur prijsgeven en wegtrekken naar elders. Het stuifzand zorgde ervoor dat daarna vrijwel alle sporen van de menselijke aanwezigheid werden uitgewist. Waar ooit een dorpje was, is nu stuifzandgebied.
Dekzand
Bij het dorpje dat ooit op het Kootwijkerzand lag, is sprake van dekzand. Waar kwam dat dekzand vandaan? Ongeveer 116.000 jaar geleden begon het laatste glaciaal (Weichselien). Vanuit het noorden rukte het landijs op. In tegenstelling tot het voorlaatste glaciaal (Saalien) bereikten de gletsjers Nederland echter niet. Wel heersten hier toen vaak barre, polaire omstandigheden. Tijdens een deel van het Weichsel-glaciaal waren de omstandigheden zo bar dat er nauwelijks begroeiing voorkwam. Zo kon de bodem gaan verstuiven. Het wegwaaiende materiaal werd elders weer afgezet. We kennen het als dekzand. Het staat aan de basis van onze zandverstuivingen.
Bij
de
beschrijving van de locaties is sprake van momentopnames. De kans
bestaat dat situaties en het aanzien op een later tijdstip niet meer
hetzelfde zijn. Beschouw de vindplaatsgegevens dan ook als richtlijnen
die in mindere of meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig
vooraf aan de hand van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt
met de werkelijkheid.
Tekst: Jan Weertz Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||
© De Belemniet |