|
|||||||||||||||||||||||||
Geologische perioden: het CarboonAlgemeen De geologische periode die we als het Carboon kennen, duurde van 354 tot 298 miljoen jaar geleden (afbeelding 2). De naam Carboon is afkomstig van carbon wat steenkool betekent. Ongeveer de helft van alle steenkool die we kennen, is afkomstig uit het Carboon. Tijdens het Carboon verschenen de eerste reptielen op aarde. Ze zouden echter pas tijdens de volgende geologische periode, het Perm, dominant gaan worden. Ook voorlopers van de spinnen gaan nu deel uitmaken van de dierenwereld. Weekdieren zijn al langer bekend op aarde maar ze komen nu voor het eerst in zoet water voor. Ook verschijnen nu de eerste tot de weekdieren behorende landslakken. Foraminiferen (eencelligen met een uitwendig kalkskelet) gaan tijdens het Carboon een belangrijke rol spelen. Hun massale voorkomen draagt in belangrijke mate bij aan het ontstaan van dikke kalksteenafzettingen uit deze periode. Vogels waren er nog niet; die zouden pas veel later in de geologische geschiedenis ontstaan. Tijdens het Carboon krijgen we twee keer met een extinctie te maken. Deze extincties zijn echter minder massaal dan de extinctie die tijdens het Devoon plaatsvond.
Het Carboon in Zuid-Limburg en de aangrenzende Duitse en Belgische omgeving Om het Carboon wat nader te bekijken, gaan we naar Zuid-Limburg en de aangrenzende Duitse en Belgische omgeving. Daar kunnen we tegenwoordig namelijk nog heel wat overblijfselen uit die tijd terugvinden. De verdeling van land en zee was destijds niet hetzelfde als nu, de continenten zagen er anders uit en net zoals in onze tijd kende de natuur toen een grote diversiteit. Ook het klimaat was verschillend. Zo kwam in onze omgeving, die zich destijds ter hoogte van de evenaar bevond, een tropisch tot subtropisch klimaat voor terwijl verder weg op het zuidelijk halfrond een ijstijd ontstond die tot in de erop volgende geologische periode zou voortduren. Wat hier over dit gebied wordt verteld, is dus geen verhaal over het Carboon in het algemeen.
Landschap
en gesteenten uit
het Carboon
Ons gebied en het vasteland ten noorden ervan maakten aan het begin van het Carboon deel uit van een groot continent. Vanuit het zuiden naderde langzaam een ander groot continent. In de loop van het Carboon kwamen deze continenten steeds dichter bij elkaar waardoor de bodem van de zee ertussen langzaam geplooid en omhoog gedrukt werd. Hierdoor verdween de zee en ontstond een uitgestrekt gebergte. De huidige Ardennen en Eifel zijn afgesleten overblijfselen van dat gebergte. Door die afbraak van dit gebergte ontstonden afbraakproducten. Deze werden in de steeds kleiner en ondieper wordende zee tussen de continenten afgezet. Ons gebied ging daardoor deel uitmaken van een kustvlakte, waarin door rivieren vanuit het oprijzende gebergte in het zuiden zand en slib (klei) werd aangevoerd. Dit zand en slib vormden dikke pakketten afzettingen die uiteindelijk verhardden en veranderden in zandsteen en kwartsiet (het zand) en in kleistenen, schalies en leistenen (de klei / het slib).
Soms ontstonden in de kustvlakte ook al moerassen (afbeelding 2) waarin zich dunne veenlaagjes vormden. Doordat de zee in het begin het eerder prijsgegeven gebied met regelmaat weer veroverde, werden de moerassen overstroomd en hield de veenvorming uiteraard op. Tegenwoordig is het bestaan van die moerassen en het terugkeren van de zee in die gesteenten uit het Carboon mooi terug te zien. Het slib en de plantenresten van de moerassen hebben namelijk dunne, schilferige leisteenachtige laagjes achtergelaten. We noemen die laagjes brandlei (afbeelding 5). Als je een stukje van die brandlei tussen je vingers fijnwrijft, krijg je zwarte vingers. Het zwarte goedje is koolstof dat afkomstig is van de planten die in het moeras groeiden. De laagjes brandlei bevinden zich tussen de lagen zandsteen die in de steeds weer oprukkende zee zijn ontstaan.
Nog later in het Carboon ging onze omgeving deel uitmaken van een reusachtige laagvlakte, die ontstond tussen het oprijzende gebergte in het zuiden en het vasteland in het noorden. Deze vlakte strekte zich uit van het huidige Ierland tot voorbij Polen. In deze laagvlakte vormden zich uitgestrekte veenoerwouden. Door het dode plantenmateriaal van deze oerwouden werden dikke veenpakketten gevormd. Het kwam regelmatig voor dat de zee in dit laagland oprukte en het veengebied overspoelde. Dat leverde dan weer zeeafzettingen op. Daarnaast voerden rivieren steeds afbraakmateriaal uit het gebergte aan. In perioden waarin de zee verdween, kregen de veenoerwouden opnieuw de kans om het gebied in te nemen. Door de cyclische herhaling van dit proces ontstond een afwisseling van veenlagen met zand- en kleilagen. Doordat de laagvlakte langzaam in de diepte wegzakte, kwam er steeds plaats vrij voor nieuwe afzettingen. Zo ontstond uit veen, zand en klei een pakket van steenkoollagen die werden afgewisseld met vooral lagen zandsteen en schalie (afbeelding 6). Dit pakket steenkool, zandsteen en schalie is maar liefst drie kilometer dik.
Toen
ons gebied later deel ging uitmaken van een kustvlakte, veranderde
er het een en ander. Waar rivieren in deze kustvlakte bij zee
uitkwamen, was
het goed toeven voor bijvoorbeeld zoetwatermosselen. In de zee zelf
kwamen de
al eerder genoemde soorten uit het begin van het Carboon voor. Daarbij
begonnen
de vissen, waaronder haaiachtigen, meer op de voorgrond te treden.
Net zoals de plantenwereld was de dierenwereld uit dit gevorderde Carboon niet te vergelijken met wat we nu kennen. Insecten hadden inmiddels de wereld veroverd. Opvallend waren de vaak zeer grote soorten, bijvoorbeeld libellen met een vleugelspanwijdte van meer dan een halve meter. Voorlopers van spinnen, schorpioenen en duizendpoten kwamen in allerlei soorten voor. Die duizendpoten konden een lengte van twee meter halen. Geleedpotigen zoals duizendpoten en insecten konden destijds zo groot worden doordat de atmosfeer toen zo'n 35% zuurstof bevatte. Tegenwoordig bedraagt het zuurstofgehalte zo'n 21%. In de oerwouden kropen allerlei soorten amfibieën en reptielen rond waaronder exemplaren van enkele meters grootte.
Excursiepunten
Carboon
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||||||||||||||||
© De Belemniet |