Geologische perioden: het
Devoon
Algemeen
De
naam Devoon is
afkomstig van het Engelse graafschap Devon. Tijdens deze geologische
periode (410 - 354 miljoen jaar geleden) was het relatief warm op
aarde. De eerste planten die tijdens de voorafgaande geologische
periode Siluur aan land waren gegaan, begonnen nu verder het land te
veroveren. Langzaam maar zeker kreeg de aarde door de rijkdom aan
planten een groen aanzicht. Waar eerst alleen mossen, algen en de
primitieve planten uit het Siluur voorkwamen, ontstonden de eerste
vaatplanten die zich ontwikkelden tot soorten met naast een verbeterd
vaatstelsel een goed wortelstelsel en stammen en takken met bladeren.
Tijdens het Midden-Devoon kwamen al bomen van meerdere meters hoog
voor.
Door het toenemen van deze landplanten kwam voor de dierenwereld ook
steeds meer voedsel op het land ter beschikking. Onder andere dit
voedselaanbod bood de dierenwereld meer mogelijkheden om het land te
gaan bevolken.
In
de zee komen we
tijdens het Devoon onder andere brachiopoden, bivalven,
crinoïden,
graptolieten, zeeschorpioenen en trilobieten tegen. Ook ontstaan de
eerste ammonieten. Koraalriffen breiden zich sterk over de
zeeën
uit. Verantwoordelijk voor het ontstaan van deze riffen zijn naast de
tegenwoordig uitgestorven tabulate en rugose koralen de stromatoporen
die tot de sponsdieren behoren.
Voor de vissen is dit ook een belangrijke tijd want ze maken tijdens
het Devoon een grote ontwikkeling door. Aanvankelijk hadden kaakloze
vissen de overhand maar langzaam maar zeker gaan vissen met kaken de
boventoon voeren. Niet alleen ontstaan veel soorten, sommige daarvan
kunnen behoorlijk groot worden. Zo bereikt Dunkleosteus een lengte van
zo'n acht meter. De eerste haaien verschijnen.
Op
het land komen
(voorlopers van) duizendpoten, schorpioenen en insecten voor. Van deze laatste zijn dan
ook de eerste vliegende soorten bekend. De eerste gewervelde dieren
(amfibieën) gaan in het Laat-Devoon aan land.
Aan het einde van het Devoon sterven heel veel diersoorten uit. Over de
oorzaken van deze massa-extinctie is nog veel onduidelijkheid, maar
vermoedelijk moeten deze gezocht worden bij klimaatveranderingen. In
die tijd verdwijnen onder andere de tabulate koralen en de
stromatoporen.
Het
Devoon in de Eifel
Om
het Devoon wat nader te bekijken, gaan we naar de Eifel in
Duitsland. Daar kunnen we tegenwoordig namelijk nog heel wat
overblijfselen uit die tijd terugvinden. De verdeling van land en zee
was in die tijd heel anders dan tegenwoordig. Ook de continenten zagen
er toen anders uit. Net zoals in onze tijd zag de natuur er toen op
aarde niet overal hetzelfde uit. Ook het klimaat was niet overal
hetzelfde. Wat hier over de Eifel wordt verteld, is dus geen verhaal
over het Devoon in het algemeen.
|
Afbeelding 1. Bij de voormaligeTiefbaugrube Mariaschacht in het
Kaulenbachtal bij Leienkaul troffen we afvalhopen met leisteen uit het
Onder-Devoon aan (links en midden). Sporen van fossiele planten
(psilopythen) in afzettingen uit het Onder-Devoon bij Bad Breisig
(rechts). |
|
Afbeelding 2. Compilatie van fossielen uit het Onder-Devoon,
gefotografeerd in Fossil Studio Kottenheim van Herr Claus Friss tijdens
een bezoek aan dit museum: brachiopode (linksboven), resten van een
pantservis (linksonder), koraal (midden) en een vinstekel van een
stekelhaai (rechts). |
Het
gebied waar nu de Eifel ligt, lag in het Devoon veel zuidelijker dan
nu, zo ongeveer ter hoogte van de evenaar. Ten noorden ervan bevond
zich een uitgestrekt vasteland. Op de plaats van de Eifel was een zee.
Het klimaat was subtropisch tot tropisch met periodiek overvloedige
regenval. Deze klimaatsomstandigheden zorgden voor een intensieve
verwering en erosie. Daardoor verweerden de gesteenten uit de gebergten
op dat vasteland tot voornamelijk zand en klei. Deze
verweringsproducten werden door rivieren naar de zee afgevoerd. In het
kustgebied ontstonden daardoor uitgestrekte delta's die regelmatig
overstroomd werden.
|
Afbeelding 3. Door plooiing
scheefgestelde afzettingen uit het Onder-Devoon bij Burgbrohl (links)
en nabij Laach aan de Ahr (midden). Door plooiing rechtopgestelde
golfribbels langs de Ahr in het Langfigtal, onstaan in een kustgebied
tijdens het Onder-Devoon (rechts). |
Ook
in de zee ontstonden kilometersdikke lagen met zanden en slib.
Dergelijke grote dikten konden bereikt worden doordat de zeebodem
tijdens de afzettingen van de zanden en het slib bleef dalen. De
zeebodem zakte dus in feite in de diepte weg. In de loop der miljoenen
jaren veranderden deze zanden in zandsteen en kwartsiet. Uit het slib
ontstonden leistenen. Deze gesteenten vinden we nu in de Eifel terug
als hoge rotsen.
In de deltagebieden werd de plantenwereld vertegenwoordigd door de
eerste hogere planten (psilophyten) die buiten het water
voorkwamen.
|
Afbeelding 4. Brachiopoden uit het
Midden-Devoon. De speld is 3 cm lang. |
In
deze zee uit het Onder-Devoon kwamen allerlei soorten dieren voor,
zoals trilobieten, zeelelies,
koralen, brachiopoden en stekelhaaien.
Die koralen zullen tijdens het Midden-Devoon een grote rol gaan spelen,
maar tijdens het Onder-Devoon was hun rol nog maar bescheiden. Door de
grote hoeveelheden slib die van het vasteland in de zee kwamen,
zweefden toen veel fijne slibdeeltjes in het water waardoor de
omstandigheden voor koralen
niet optimaal waren. Koralen kunnen slecht
tegen troebel water. Mooie fossielen uit het Onder-Devoon zijn onder
andere teruggevonden in ondergrondse groeven bij Mayen waar leistenen
voor dakbedekking (de zogenaamde dakleien) worden gewonnen. Vaak zijn
de gesteenten uit het Onder-Devoon van de Eifel echter arm aan
fossielen.
|
Afbeelding 5. Koralen uit het
Midden-Devoon. De speld is 3 cm lang. |
Tijdens
het Midden-Devoon breidde de zee zich naar het noorden uit en werd
dieper. De omstandigheden waren toen in de nabijheid van de kust
gunstig voor het ontstaan van koraalriffen. Door deze koraalriffen
ontstonden sedimenten uit kalksteen. Ook tijdens het Boven-Devoon bleef
de zee zich nog een tijd uitbreiden en kwamen voorlopig nog
koraalriffen voor. Maar uiteindelijk trok de zee zich terug en hielden
ook de koraalriffen op te bestaan.
|
Afbeelding 6. Stengeldelen van zeelelies
uit het
Midden-Devoon (links en midden). Kelk van een zeelelie uit het
Midden-Devoon, gefotografeerd in het Naturkundemuseum Gerolstein
(rechts) |
Deze
kalksteen die in de tijd van de koraalriffen werd gevormd, vinden we
tegenwoordig in de Eifel terug als flinke rotspartijen, waarin veel
fossielen voorkomen.
Het ontstaan van de kalksteenafzettingen tijdens het Midden-Devoon
heeft te maken met de opbouw van uitgestrekte koraal- en
stromatoporenriffen. In de zee kwamen naast de al genoemde koralen en
stromatoporen zeelelies, bivalven, brachiopoden, trilobieten, kalkalgen
en andere organismen voor.
|
Afbeelding 7. Dit aquarium in het Naturzentrum Eifel in
Nettersheim geeft een indruk van de koraalzee uit het Midden-Devoon
(links). Tentoongetelde fossielen van de koraalriffen uit het
Midden-Devoon vinden we eveneens in Nettersheim, en wel in het Haus der
Fossilien (rechts). |
Bij
de koralen ging het om zowel solitaire als kolonievormende soorten; ze
behoorden tot de uitgestorven orden van rugosa en tabulata. Al deze
organismen gebruikten kalk die in opgeloste vorm in het zeewater
voorkwam om huisjes, schelpen en skeletten mee te bouwen. Na hun dood
bleven de kalkoverblijfselen op de bodem van de zee achter. Het
nageslacht bouwde op deze kalkresten verder en uiteindelijk ontstonden
metersdikke kalksteenpakketten. In die kalksteenpakketten zijn
tegenwoordig veel fraaie fossielen terug te vinden.
|
Afbeelding 8. Koraalrif uit het Midden-Devoon bij Berndorf
(links). De Weinberg bij Kerpen levert veel fossielen van zeelelies op
(rechts). |
Excursiepunten Devoon
De onderstaande musea en locaties bieden mogelijkheden om wat meer over
het Devoon in de Eifel te weten te komen. Kijk met een zoekmachine op
internet om er meer informatie over te vinden. Deze lijst is een
momentopname; in de loop der tijd kunnen musea hun tentoonstellingen
aanpassen en locaties kunnen voor het publiek afgesloten worden.
- Fossil Studio Kottenheim van Claus Friis
- Naturkundemuseum Gerolstein
- Haus der Fossilien Nettersheim
- Naturschutzzentrum Nettersheim
- Eifelmuseum Blankenheim
- Geologisch-Mineralogische Sammlung Hillesheim
- Tiefbaugrube Mariaschacht in het Kaulenbachtal
- Fossilienacker Nettersheim
- Weinberg Kerpen
- Steinbruch Rauheck Berndorf
- Steinbruch Niederehe
- Steinbruch Auf Fuchsloch bij Ahrhütte
- Helenenquelle Gerolstein (bronwater uit Devonische
kalksteen)
- Großlittgener Mühle (ontsluiting met
golfribbels)
Tekst en foto's: Jan Weertz
|