|








|
Megalieten (menhirs, dolmen,
e.d.)
in
Duitsland
Deel 3: foto's met beschrijvingen van megalieten in de
deelstaat Niedersachsen
Deutsche
Version
KLIK HIER VOOR
ALGEMENE INFORMATIE OVER MEGALIETEN
Afbeeldingen
met beschrijvingen van megalitische grafmonumenten en menhirs in de
deelstaat Niedersachsen
De
onderstaande afbeeldingen geven een impressie van een aantal
megalitische monumenten en groepen van megalitische monumenten in de
Duitse deelstaat Niedersachsen. Deze deelstaat grenst direct aan de
noordelijke helft van Nederland.

|
Afbeeldingen boven:
Het megalitische graf Der
Steinerne Schlüssel
(Sprockhoff-nummer 852) ligt iets meer dan een kilometer ten
zuiden van Apeldorn in Niedersachsen. Van de oorspronkelijke drie
dekstenen zijn er nog twee aanwezig. Dat de tand des tijds aan
megalitische monumenten knaagt, is te zien aan de barst (gele pijl) die
van onder naar boven door een van de dekstenen loopt.
Afbeeldingen onder: het Großsteingrab
Hüven-Süd
(Sprockhoff-nummer 843) ligt ten zuiden van Hüven in
Niedersachsen. De dekstenen zijn alle drie nog aanwezig. De negen
draagstenen zijn moeilijk te zien doordat ze nog grotendeels in de
overblijfselen van de oorspronkelijke aardheuvel begraven zijn. De
ligging van de stenen is op de schets (naar een tekening op het
informatiebord bij het graf) weergegeven.
|

|
Het
megalitische graf Lähden
Nord
(Sprockhoff-nummer 866) ligt iets minder dan drie kilometer ten noorden
van Lähden. Zo op het eerste oog lijkt het op een chaotische
verzameling van stenen te gaan maar bij nadere beschouwing wordt toch
een duidelijke structuur zichtbaar. Bij de schetsen van de
oorspronkelijke en huidige samenstelling van de steenpartij (naar
afbeeldingen op het informatiebord ter plaatse die gebaseerd zijn op
tekenwerk van Sprockhoff) is dat goed te zien. De grafkamer zelf is
zo'n 21,5 meter lang. Telt men de 'omheining' van kransstenen mee
waarin zich de grafkamer bevindt, dan moet aan een lengte van zo'n 25
meter gedacht worden. Van de oorspronkelijke vijftien dekstenen zijn er
nog tien aanwezig.
|

|
Deze groep van vier
megalitische monumenten ligt vlakbij elkaar in de omgeving van
Groß Berßen. Alleen het vierde graf (rechtsonder)
dat bekend staat als het Wappengrab
ofwel Großsteingrab
Groß Berßen VI
(Sprockhoff-nummer 859), is redelijk goed behouden. Bij de restanten
van het derde graf (linksonder) dat we kennen als Großsteingrab
Groß Berßen V,
zijn in een van de stenen boorgaten te zien die in het verleden zijn
aangebracht om de stenen op te blazen. Dit graf is ook nog op een
andere afbeelding op deze pagina te zien. De resterende twee graven (boven)
zijn nauwelijks nog als zodanig herkenbaar. Er zijn nog maar enkele
stenen van over. Bij het graf rechtsboven gaat het
om Großsteingrab
Groß Berßen IV
(Sprockhoff-nummer 858). De rode pijlen in de foto linksboven
duiden minder goed zichtbare stenen aan.
|

|
Afbeeldingen
boven: Het megalitisch graf Volbers
Hünensteine
(Sprockhoff-nummer 842) ligt ten noorden van Hüven. Op het
informatiebord ter plaatse kunnen we lezen dat er nog 11 dekstenen
aanwezig zijn en dat er nog 25 draagstenen overeind staan. Inclusief de
kransstenen rond het graf wordt een lengte van 22 meter bereikt. Ook
lezen we dat een aantal jaren geleden een van de dekstenen in het graf
is gegleden. Die heeft men vervolgens op de draagstenen teruggeplaatst
waarna hij al snel weer opnieuw in het graf gleed. Maar ook op andere
manieren vindt in de loop der tijd verval plaats. We zien dat een van
de dekstenen van onder tot boven gebarsten is (foto rechtsboven).
Afbeeldingen
onder: Het megalitisch ganggraf De
Hoogen Steener (Die
Hohen Steine;
Sprockhoff-nummer 830) ligt ongeveer drie kilometer ten noorden van
Werlte. Het graf is ongeveer 28 meter lang en is daarmee de langste
megalitische grafkamer in Niedersachsen. Van de waarschijnlijk
zeventien oorspronkelijke dekstenen zijn er nog veertien aanwezig. Van
de kransstenen is weinig meer over. Ook hier zien we weer een deksteen
die gebarsten is (rode pijl bij de foto rechts onder).
|

|
Afbeeldingen
boven: Het kleine ganggraf Poldenhünensteine
ligt bij Spahnharrenstätte. Behalve de middelste deksteen
ontbreekt
de sluitsteen aan de oostelijke kant. Aan die kant heeft zich
vermoedelijk nog een extra stel draagstenen met hun deksteen bevonden.
Over de oorspronkelijke samenstelling van dit graf is (nog) niet alles
duidelijk.
Afbeeldingen
onder: Het Großsteingrab
an der Kölkesdose ofwel Lahn IV
(Sprockhoff-nummer 837) ligt ongeveer drie kilometer ten zuidwesten van
Lahn. Dit graf laat weer eens duidelijk zien dat lang niet alle
megalitische monumenten als zodanig herkenbaar zijn. De stenen liggen
er als een vrij rommelige verzameling bij. Bij dit graf konden meerdere
prehistorische crematies vastgesteld worden.
|

|
Afbeeldingen
boven en linksonder: Het megalitisch graf Steenhus (Steinhaus;
Sprockhoff-nummer 819) ligt in een tuin aan de straat Am
Hünenstein, hoek Herbergsweg in Börger. Op een na
staan alle
draagstenen nog op hun oorspronkelijke plaats en van de dertien
dekstenen zijn er nog negen aanwezig. De grafkamer heeft een lengte van
ongeveer 14,5 meter. Opvallend is de bolschaalverwering die op de
eerste steen bij de ingang naar de tuin te zien is (zie de
pijl bij de foto linksonder).
Afbeelding rechtsonder: Van het
megalitisch graf Börger
II (Hünensteine;
Sprockhoff-nummer 818) dat aan de straat Am Sonnenhügel in
Börger ligt, is niet veel meer over. De oorspronkelijke
grafkamer
moet minstens zestien meter lang geweest zijn. Het grootste deel ervan
is in de loop der tijd echter gesloopt en verdwenen.
|
 |
Afbeelding links en midden:
Het Großsteingrab
Restrup (Sprockhoff-nummer 886) ligt in de
gemeente Eggermühlen in Niedersachsen. Van de oorspronkelijke
veertien draagstenen zijn er nog twaalf over. Van de oorspronkelijke
vijf dekstenen zijn er nog vier over. Een daarvan is gebroken en van
een andere is nog maar de helft over. Bij deze steen zijn duidelijk de
boorgaten te zien die in het verleden zijn aangebracht om hem te slopen
(op te blazen). De stenen van de toegang ontbreken. In 1926 heeft men
in dit graf een barnsteenketting en aardewerk aangetroffen.
Afbeelding
rechts: Dit megalitische
graf
(Sprockhoff-nummer 875) ligt vlakbij de L66 in het bos (Alt-Frerener
Forst) ten noorden van Freren in Niedersachsen. De grafkamer is iets
meer dan twintig meter lang. De draagstenen zijn voor het grootste deel
nog aanwezig maar van de dekstenen zijn er nog maar vier compleet
aanwezig. Van enkele andere dekstenen zijn alleen nog maar wat
brokstukken over. Oorspronkelijk zijn er waarschijnlijk elf dekstenen
geweest.
|
 |
Bij
Groß-Berßen in Niedersachsen komen we meerdere
megalitische graven tegen. Linksboven
zien we het Großsteingrab
Groß-Berßen VII
(Sprockhoff-nummer 861). Ernst
Sprockhoff bezocht dit graf in 1926. Het was toen behoorlijk verstoord
maar
bevond zich wel nog in een drie tot vier meter hoge en twintig bij
vierentwintig meter grote aardheuvel. In de tweede helft van de
twintigste eeuw
werd het graf gereconstrueerd.
Het Königsgrab
van Groß-Berßen rechtsboven
staat ook bekend als Groß-Berßen
VIII
(Sprockhoff-nummer
860). Van de oorspronkelijke 24 draagstenen zijn er tegenwoordig nog 21
aanwezig. We komen er negen dekstenen tegen.
Linksonder
is Groß-Berßen
II te zien. Bij dit megalitisch graf
zijn alle grote stenen
compleet. Het heeft Sprockhoff-nummer 857 en staat ook wel bekend als
Großsteingrab
im Ipeken.
Het
graf rechtsonder kennen we als Groß-Berßen V.
In een van de stenen zitten
enkele boorgaten die in het verleden zijn aangebracht om de steen te
slopen (op
te blazen).
|
 |
Het bijna zeventien meter
lange en ongeveer twee meter brede ganggraf Driehauser Steine
ligt ten zuidwesten van
Schwagstorf in de Duitse deelstaat Niedersachsen. Het heeft
Sprockhoff-nummer 903. Op twee van de elf dekstenen komen napjes voor.
Tijdens een opgraving aan het begin van de twintigste eeuw werden hier
naast aardewerk en barnsteenkralen ook stenen pijlpunten en stenen
bijlen gevonden. |
 |
Het dolmen Teufels
Backtrog (of Teufels
Teigtrog; links boven en onder)
met Sprockhoff-nummer 915 heeft zeven draagstenen en drie dekstenen.
Het ganggraf Teufels
Backofen (rechts boven en onder)
met
Sprockhoff-nummer 916 heeft negen draagstenen en vier
dekstenen. De groene pijl geeft aan waar het portaal naar de
grafkamer is.
Beide graven liggen bij Vehrte in Niedersachsen. De rode pijlen geven
dezelfde steen vanuit verschillende posities weer. |
 |
De Steinofen (links
- Sprockhoff-nummer 645) is een vrij compleet trapeziumvormig
megalitisch graf in de bossen van de Westerberg bij Lamstedt in de
deelstaat Niedersachsen. Het is ongeveer 4 meter lang. Aan de
noordwestelijke kant is het zo'n 1,5 meter breed. Bij het andere
uiteinde bedraagt de breedte maar 0,8 meter. Hier (linksonder)
is bovendien te zien dat van de linker draagsteen en de erbij horende
deksteen alleen nog maar wat brokstukken over zijn doordat men het graf
in het verleden heeft proberen op te blazen. Als bijzonderheid van de
Steinofen kan vermeld worden dat een afbeelding ervan is opgenomen in
het wapen van Lamstedt.
Eveneens in Niedersachsen staat in de bossen bij het tot de gemeente
Belm behorende Vehrte een menhir (rechts). Deze
ongeveer 30.000 kilogram zware en zo'n 3,7 meter hoge menhir staat
bekend als de Süntelstein.
De beschildering van deze
Süntelstein is uiteraard van recentere datum. |
 |
Afbeeldingen boven:
Het Großsteingrab
Ostenwalde (Sprockhoff-nummer 835), dat ook wel
als An den
Hünensteinen
bekend staat, bevindt zich in de plaats Ostenwalde. Het ligt hier niet
meer op zijn oorspronkelijke standplaats. Vanwege verbreding van de weg
L53 is het in de vorige eeuw 70 meter verplaatst. Bij die verplaatsing
deed zich echter een probleem voor. Het lukte namelijk niet (met
moderne technieken) om de dekstenen weer op hun oorspronkelijke plek op
de draagstenen te plaatsen. Vervolgens heeft men deze dekstenen naast
de grafkamer gelegd. Daardoor kan men zich nu een heel goed idee vormen
van de opbouw van dergelijke megalithische graven. We hebben hier een
uitstekend zicht op het binnenste van de grafkamer. Tijdens het
onderzoek van het graf heeft men onder andere vuurstenen pijlpunten en
nogal wat barnsteen gevonden. Ook bleek toen dat er meerdere malen
nieuwe bijzettingen hebben plaatsgevonden.
Afbeeldingen midden en onder: Het
megalitisch graf Teufelssteine
ofwel Teufelssteine
Bischofsbrück
(Sprockhoff-nummer 959) ligt ten noorden van Peheim en Vrees. De
grafkamer meet ongeveer 6 meter bij 1½ meter. Om de
grafkamer
bevindt zich een steenkrans van kransstenen die iets wanordelijk oogt.
De schets van de huidige samenstelling van het graf
(naar
afbeeldingen op het informatiebord ter plaatse die gebaseerd zijn op
tekenwerk van Sprockhoff) laat zien dat dit echter wel meevalt. Deze
kransstenen staan niet meer geheel op hun oorspronkelijke plek.
Vermoedelijk hebben we hier te maken met een graf dat in
Duitsland als Hünenbett
(niet te verwarren met het Nederlandse hunebed) wordt
aangeduid. Dat de tand des tijds aan
megalitische monumenten knaagt, is te zien aan de in twee stukken
gebroken deksteen op de foto rechts in de
middelste rij. Wat verder opvalt, zijn de runentekens op de
kleinste deksteen (rechts onder).
Ze behoren tot het oudere Futhark-runenschrift dat in het verleden door
Germaanse stammen werd gebruikt en dus jonger is dan de megalithische
monumenten uit de Nieuwe Steentijd (Neolithicum). Maar ook daar heeft
dit opschrift niets mee te maken want het is pas in (sub)recente tijden
aangebracht. Vertaald in ons schrift staat er ANNO SANTO. |
 |
Afbeeldingen
boven en rechts onder: Het Großsteingrab
Schlingsteine
(Sprockhoff-nummer 961) ligt ten noordwesten van Lindern. Het is
ongeveer 24 meter lang. Hoewel dit megalitisch monument er niet als een
schoolvoorbeeld uitziet, heeft het toch enkele leuke 'extraatjes' te
bieden. Zo zijn op een van de dekstenen (boven midden)
vijf
boorgaten te zien die in het verleden zijn aangebracht om de steen te
slopen (op te blazen). Voor de liefhebber van gesteenten zijn nog twee
(dek)stenen de moeite waard om eens extra te bekijken: een ogengneis
(roodoranje pijl) en een migmatiet (groene pijl).
Afbeelding onder links en midden: De Steinkiste von Lindern
ligt in de omgeving van het Großsteingrab Schlingsteine. We
komen
er door in Lindern via de Vreeser Straße de in het bos
uitkomende
weg Hahnefehn te volgen. Deze steenkist heeft geen
Sprockhoff-nummer en ze bestaat alleen maar uit draagstenen. Ze kwam
onder een aardheuvel voor die in 1962 geruimd werd. Vanwege de
onregelmatige hoogte van de draagstenen, is de vraag gerezen of er ooit
wel dekstenen aanwezig geweest zijn. Verder doen de maar deels
aanwezige stopstenen en het ontbreken van een stenen vloertje
vermoeden dat we hier met een niet afgemaakt graf te maken hebben. Wel
vond men er aardewerkscherven, stenen pijlpunten en barnsteenkralen.
Naast de acht draagstenen en de grafvondsten heeft dit megalitisch
monument ons dus nogal wat vragen opgeleverd die mogelijk nooit
beantwoord worden. |
 |
Großsteingrab Der Hohe Stein
(links) met Sprockhoff-nummer 963 en Großsteingrab Am Hohen Stein
(rechts)
met Sprockhoff-nummer 964 liggen in de bossen ten zuiden van Lindern op
ongeveer 200 meter afstand van elkaar op lage zandheuvels. Samen staan
deze megalitische monumenten ook wel bekend als de Großsteingräber in Garen.
Beide graven zijn zwaar verstoord en erg onvolledig. Op een klein
informatiebordje bij Der Hohe Stein lezen we dat hier nog
vijftien draagstenen en twee dekstenen aanwezig zijn. Verder ligt er
nog een deel van een derde deksteen in de grafkamer. De afmetingen van
dit monument bedragen 9,30 x 2,10 meter. Ook bij Am Hohen Stein vinden
we zo'n informatiebordje. Daarop staat dat het om een grafkamer van 8 x
1,60 meter gaat waarvan nog negen draagstenen en twee dekstenen over
zijn. Een van de dekstenen ligt nog op zijn oorspronkelijke
draagstenen. Deze twee megalitische monumenten laten ons weer eens goed
zien hoe groot de verstoring in het niet zo verre verleden is geweest
doordat de mens dit erfgoed niet naar waarde wist te schatten.
Nota bene: In de literatuur worden de
namen van beide graven soms verwisseld zodat het niet altijd duidelijk
is welke
naam nu bij welk graf behoort. |
 |
Bij Großenrode dat iets meer dan
15 kilometer ten noorden van Göttingen in de deelstaat
Niedersachsen ligt, zijn in het verleden meerdere archeologische
vondsten gedaan die een nederzetting en een gemeenschappelijk graf
uit de Nieuwe Steentijd deden vermoeden. Vanwege plannen tot het
vernieuwen en rechttrekken van een grote weg bij de plaats, werd
vervolgens besloten om noodopgravingen uit te voeren. Daarbij zijn
sporen van negen ongeveer dertig meter lange woonhuizen en
overblijfselen van twee graven uit de Nieuwe Steentijd gevonden. Verder
werden overblijfselen van nog twee jongere prehistorische graven
gevonden. Van een van de Neolithische graven zijn twee stenen,
waaronder een gedeeltelijke Seelenlochstein, aan de zuidelijke
toegangsweg tot Großenrode opgesteld (links). Het onderste
gedeelte van de Seelenlochstein is een reconstructie. Even verder
buiten het dorp is een reconstructie van het graf te vinden (midden en rechts). |
Bij
de beschrijving van de locaties is sprake van momentopnames. De kans
bestaat
dat situaties op een later tijdstip niet meer dezelfde zijn, wegen een
andere
naam hebben en vindplaatsen er anders uitzien.
Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
|
|