|
|
Megalieten (menhirs, dolmen,
e.d.)
in
Duitsland
Deel 2: foto's met beschrijvingen van megalieten in
geheel Duitsland
Deutsche
Version
KLIK HIER VOOR
ALGEMENE INFORMATIE OVER MEGALIETEN
Afbeeldingen
met beschrijvingen van megalitische grafmonumenten en menhirs in
Duitsland
De
onderstaande afbeeldingen geven een impressie van een aantal
megalitische monumenten en groepen van megalitische monumenten in
Duitsland in het algemeen. Eerst zijn megalitische grafmonumenten te
zien. Daarna
volgen enige menhirs. Net zoals in andere landen komen we de menhirs in
Duitsland meestal
tegen als los in het landschap staande, vaak langwerpige stenen. De
grootste Duitse menhir staat in de deelstaat Saarland. Het is de
Gollenstein die een hoogte van iets meer dan 6,5 meter heeft. De megalieten in
de deelstaat Niedersachsen staan op een aparte
pagina.
|
Afbeeldingen
boven: Dit 'Urdolmen von Neu Gaarz' (Sprockhoff-nummer
326)
bevindt zich in de gemeente Rerik in
Mecklenburg-Vorpommern aan de Meschendorfer Weg. Het ligt ongeveer 50
meter van
de weg af en ongeveer driekwart kilometer verwijderd van de steilkust
aan de
Ostsee. Bij een onderzoek van het ongeveer 5000 jaar oude graf werden
in 1967
onder andere een stenen bijl en stukken aardewerk gevonden.
Afbeeldingen
onder: Dit megalitische
graf ligt in de gemeente Ratekau in
Schleswig-Holstein vlakbij de 12e eeuwse Ratekauer
Feldsteinkirche op de hoek van de Hauptstraße met de
Schulstraße. Het werd pas
in 1979 bij werkzaamheden ten noorden van de Alte Travemünder
Landstraße
ontdekt, ongeveer vierhonderd meter ten westen van een ander
megalitisch graf.
Bij de opgraving werden de skeletten van twee mannen gevonden. Verder
kwamen er
twee stenen bijlen, meerdere vuurstenen pijlpunten en een barnstenen
kraal
tevoorschijn. Onderzoek wees uit dat de twee mannen pas zo'n duizend
jaar na
het oprichten van het graf waren bijgezet. Het megalitisch graf werd in
1980
verplaatst naar zijn huidige standplaats bij de kerk. Tijdens de vondst
van het
graf in 1979 werden geen dekstenen gevonden. De dekstenen die
tegenwoordig op
het graf liggen zijn pas in 1980 toegevoegd.
|
|
Het Pöppendorfer
Großsteingrab Waldhusen
(Sprockhoff-nummer 248) ligt ten zuidwesten van Pöppendorf
in de omgeving van Lübeck in de deelstaat Schleswig-Holstein.
Het staat ook wel
bekend als het Waldhusener Großsteingrab. Het graf heeft een
lengte van
ongeveer zes meter. De grafkamer zelf wordt gevormd door tien
draagstenen en
drie dekstenen. Daarnaast is er een toegang die uit twee draagstenen en
een
deksteen bestaat. In totaal zijn er voor dit graf dus zestien
megalitische
zwerfstenen gebruikt. De aarden heuvel die oorspronkelijk deze
grafkamer
bedekte, werd in de eerste helft van de negentiende eeuw verwijderd. De
uit
kleinere zwerfstenen bestaande kring rond het Pöppendorfer
Großsteingrab moet
de oorspronkelijke omtrek van de aarden heuvel voorstellen.
|
|
Afbeelding
links: Ten
zuiden van de Kröpeliner Straße tussen Rerik en
Garvsmühlen in
Mecklenburg-Vorpommern liggen dicht bij elkaar twee
megalitische graven
op
kleine, met bomen en struiken begroeide verhoging in de akkers. Het
westelijke
(vanaf de weg gezien rechter) graf heeft een erg mooi ingangsgedeelte.
Helaas
heeft het nog maar twee dekstenen. Dat zijn echter behoorlijk grote
exemplaren.
De ene is zo'n 3 meter lang en ongeveer 2,3 meter breed. Hij ligt nog
goed op
zijn plaats. De tweede steen is iets naar beneden in het graf gegleden.
Afbeelding
midden en rechts: Zo'n
100 tot 150 meter verder naar het oosten ligt het tweede graf. Net als
bij het
westelijke graf is er een deksteen schuin in de grafkamer gegleden. Een
tweede
deksteen ligt helemaal in de grafkamer.
|
|
In
het Everstorfer Forst bij Grevesmühlen in
Mecklenburg-Vorpommern bevinden zich vijftien
megalitische graven die opgedeeld zijn in een
noordelijke en
een
zuidelijke groep. De noordelijke groep bestaat uit tien graven. Ze
liggen ten noorden
van Barendorf in de buurt van de weg van Hoikendorf naar
Grevesmühlen op een
rij. De zuidelijke groep heeft vijf graven die zich vlakbij de B105
bevinden. De
mooiste exemplaren kwamen we tegen bij de zuidelijke groep. Hier is het
graf met Sprockhoff-nummer
314 (afbeeldingen boven) en dat met
Sprockhoff-nummer 311 (afbeeldingen onder) te zien.
Het graf met nummer 311
staat bekend als het 'Ganggrab
von Naschendorf'. Het is veertig meter
lang en
tien meter breed. De grafkamer in dit ganggraf heeft dertien
draagstenen. Van
de oorspronkelijke vijf dekstenen zijn er nog vier aanwezig. De toegang
tot het
graf bestaat uit vijf draagstenen maar de twee dekstenen ontbreken.
Rondom de
grafheuvel bevinden zich vijftig randstenen die ongeveer tussen de
anderhalve
en twee meter hoog zijn.
|
|
Ook deze
graven liggen in het Everstorfer Forst. Het gaat
om het nummer 312 (afbeeldingen boven) en om nummer
313 (afbeelding rechtsonder). Links onder
laat beide megalithische graven zien. Sprockhoff-nummer
312 staat bekend
als de Teufelsbackofen.
Dit dolmen heeft zeven draagstenen en twee
dekstenen.
Het werd in 1966 opgegraven en gereconstrueerd. Daarbij werden
menselijke
botten en aardewerkscherven gevonden.
|
|
Op
de Sankt Annenberg ten westen van Helmstedt in Niedersachsen vinden we
twee
megalitische grafmonumenten (afbeelding links en midden)
die gebouwd zijn van zoetwaterkwartsiet. Deze Lübbensteine
liggen hier ten noorden van de B1 tussen Köningslutter en
Helmstedt. Het meest noordelijke van de twee graven (graf B; links)
liet zich vrij
goed reconstrueren omdat nog 41 van de 46 stenen aanwezig waren. Het
heeft tien
draagstenen en vijf dekstenen. Deze grafkamer is omgeven door 26
randstenen die
de begrenzing vormde van de aarden heuvel die oorspronkelijk over de
grafkamer
lag.
Het
zuidelijke graf (graf A; midden) is veel minder
volledig doordat het in het verleden
voor een belangrijk deel gesloopt is. Hiervan werden twintig deels
incomplete
stenen teruggevonden. Daaruit liet zich een deel van een rechthoekige
grafkamer
met een aantal randstenen reconstrueren. Waarschijnlijk heeft dit graf
er net
zo uitgezien als het meer noordelijke graf B.
Ga voor
meer megalieten in de deelstaat Niedersachsen naar de aparte pagina.
De
zandstenen 'Steenkist op
de Hartberg' (afbeelding rechts) ligt
ten noordoosten van Schankweiler in
Rheinland-Pfalz. We bevinden ons hier dichtbij het Groothertogdom
Luxemburg. Steenkisten
zijn megalitische graven met een rechthoekige structuur; ze zijn
gebouwd van
min of meer platte steenplaten die meestal (gedeeltelijk) ingegraven
zijn. Ook
bij dit graf op de Hartberg is dat het geval. Met platte
zandsteenplaten werd
een grafkamer van 1,2 bij 2,0 meter gemaakt. In de plaat aan de
noordkant
vinden we een rond gat dat een zogenaamd 'Seelenloch' voorstelt. Men
denkt dat
dergelijke gaten mogelijk bedoeld waren om de ziel (geest) van de
overledene
een weg naar buiten te bieden. Van deze plaat resteert helaas maar de
helft.
Tijdens de opgraving in 1966 werden naast aardewerk ook vuurstenen
messen en
pijlpunten gevonden.
|
|
Het steenkistengraf
(Steinkammergrab)
Hadamar-Niederzeuzheim ligt in een bosperceel
tussen Niederzeuzheim
(stadsdeel van Hadamar) en Dornburg in de deelstaat Hessen. Het ligt
aan de oostelijke (rechter) kant van de L 3278. Langs deze weg staat
een bruin richtingbord. Vanaf dit punt is het ongeveer 10-15 minuten
lopen. De route is van enkele richtingsborden voorzien.
Het steenkistengraf stamt uit het Laat-Neolithicum. Het gaat hier om
een ingegraven 'steenkist' (afbeelding links).
Aan de zijkanten zien we verticale steenplaten. Van de dekstenen is nog
maar één exemplaar (van basalt) aanwezig. De
gaten tussen
de steenplaten zijn met kalkstenen stopstenen opgevuld (afbeelding
midden). Ook de bodem was met kalkstenen geplaveid (afbeelding
rechts).
Dit plaveisel is nog deels aanwezig. Het graf is 6,6 meter lang en 2,5
meter breed. Bij een opgraving in 1911 werden botten van 25 mensen
gevonden. Oorspronkelijk moeten hier echter nog veel meer
mensen
begraven zijn geweest. |
|
Op
het Ferschweiler Plateau in Rheinland-Pfalz staan enkele menhirs. We
beginnen
met het van zandsteen gemaakte Fraubillenkreuz
(afbeelding
links) dat ongeveer 3,5 meter
hoog is. Oorspronkelijk was dit kruis een menhir die tijdens de
kerstening tot
een kruis omgevormd werd. Volgens de overlevering zou dat in de tweede
helft
van de 7e eeuw vermoedelijk door de heilige Willibrord gebeurd zijn.
Een bewijs
daarvoor is er echter niet.
De Langenstein (afbeelding
midden) is een vrij kleine,
iets
schuinstaande menhir die eveneens uit zandsteen bestaat. Zoals op de
afbeelding
te zien is, steekt hij nauwelijks een meter boven de grond
uit.
Niet veel
verder staat de Druïdenstein
(afbeelding rechts)
die iets meer dan twee meter hoog is. In deze
steen is een aantal kruisen gegraveerd, waarschijnlijk om hem te
kerstenen. Ook
is een duidelijk zichtbare slijpgleuf aanwezig zoals we die ook wel
aantreffen
op de Neolithische slijpstenen ofwel polissoirs waarop men destijds
stenen bijlen
geslepen heeft.
|
|
Links:
De ongeveer 2,70 meter
hoge Römerstein
is een zandstenen menhir in een parkje aan de
Zweibrücker Straße in Martinshöhe in de
deelstaat
Rheinland-Pfalz.
Midden: De Spellenstein
is iets meer
dan vijf meter
hoog. Onder de grond zit nog een verdere anderhalve meter. Deze menhir
van conglomeratische zandsteen staat in de tuin van een woning aan de
straat Am Spellenstein in Rentrisch dat tot St. Ingbert in de deelstaat
Saarland behoort. In de loop der tijd is deze menhir door het dorp
ingesloten geraakt.
Rechts: De Gollenstein
is een zandstenen
menhir van
iets meer dan 6,5 meter hoogte. We vinden hem bij Blieskastel in de
deelstaat Saarland. Omdat het Duitse leger aan het begin van de Tweede
Wereldoorlog vreesde dat de Franse artillerie de menhir als richtpunt
kon gebruiken bij beschietingen, heeft men hem gecontroleerd laten
omvallen. Dit is echter niet helemaal goed gegaan waardoor de menhir in
een aantal stukken brak. Dat is nu nog goed aan de Gollenstein
te
zien. Enkele kleinere ontbrekende delen zijn met beton hersteld. In de
menhir bevindt zich een nis met gegraveerd kruis waarin een
heiligenbeeldje geplaatst kan worden.
|
|
Bij Benzingerode in de
deelstaat Sachsen-Anhalt
staan drie menhirs. De Heimburger
Menhir (eerste twee foto's)
ligt er aan de zuidelijke kant van de B6. Helaas is dit niet meer het
oorspronkelijke exemplaar. De oorspronkelijke menhir werd in het
verleden in stukken geslagen en als bouwmateriaal gebruikt. Op de plek
waar deze menhir stond, werd aan het begin van deze eeuw een nieuwe
menhir opgericht. Daarvoor is een steen gebruikt die men in de omgeving
voor een schuur aantrof. Waarschijnlijk is deze steen ooit tijdens het
ploegen van een akker tevoorschijn gekomen. Deze 'nieuwe menhir' is
ongeveer 2 meter 30 hoog. Onder de grond zit ook nog eens 60
centimeter. De Derenburger
Menhir (derde en vierde foto)
ligt zo'n 150 meter van de Heimburger Menhir verwijderd aan de overkant
(ten noorden) van de B6, ten noordoosten van Benzingerode. Deze menhir
staat hier pas sinds 1866. Waarschijnlijk heeft men hem in de omgeving
op een akker gevonden. Deze steen uit kwartsiet heeft een hoogte van 2
meter 90. De Benzingeroder
Menhir (geheel rechts)
staat op een akker ten noorden van Benzingerode en de B6. Hij is iets
meer dan een kilometer van de Derenburger Menhir verwijderd. Deze
menhir is eveneens van kwartsiet en hij heeft een hoogte van 3 meter
85. Onder de grond steekt ook nog 65 centimeter. |
|
In Prüm en omgeving in de deelstaat
Rheinland-Pfalz vinden we een drietal menhirs. De Schloßhecker
Menhir
(foto rechts) staat in Prüm zelf aan de
Bahnhofstraße. Hij
is in totaal 3,40 meter hoog, maar daarvan steekt maar 2,40 meter boven
de grond uit. De breedte en dikte zijn ongeveer 90 cm. Oorspronkelijk
stond deze menhir zo’n 3 km zuidelijk van Prüm op de
locatie
Schloßheck. De verhuizing ervan naar de
Bahnhofstraße vond
in 1933 plaats omdat hij een boer op zijn akker in de weg stond. De
Langenstein (ook wel
Menhir von Wallersheim genoemd; foto linksboven en
midden) staat net buiten Wallersheim langs een veldweg vlakbij de L10
van Wallersheim naar Fleringen. Deze menhir uit kalksteen is iets meer
dan anderhalve meter hoog en ruim driekwart meter breed. De dikte
bedraagt zo’n 40 cm. Verderop langs de L10, net voor
Fleringen
staat rechts van de weg, op de hoek van het weggetje
‘Eisenackerhof’ de 2½ meter hoge,
kalkstenen
Menhir
von Fleringen (foto linksonder). Hoewel deze rechtopstaande steen er
als een menhir uitziet, is het niet zeker of hij dit predicaat verdient. |
Bij
de beschrijving van de locaties is sprake van momentopnames. De kans
bestaat
dat situaties op een later tijdstip niet meer dezelfde zijn, wegen een
andere
naam hebben en vindplaatsen er anders uitzien.
Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
|
|