De eerste vondsten van
overblijfselen van haaien stammen uit het Devoon dat van 410 tot 354
miljoen jaar geleden duurde. Tegenwoordig leven er zo'n 400 soorten
haaien. Ook deze haaien verliezen tanden. Maar hoe weet je nu of je met
een fossiele tand of met een recente tand van een nu levende haai te
maken hebt? Vaak is dat gemakkelijk te zien. In het algemeen kun je
zeggen dat recente haaientanden wit van kleur zijn. Fossiele
haaientanden hebben vaak de kleur aangenomen van het sedimentgesteente
waar ze in gezeten hebben. Ze zijn meestal grijs tot zwart of beige tot
bruin van kleur.
|
Afbeelding 2. Een geprepareerde schedel van een recente haai.
Let op de rijen tanden achter elkaar. |
Haaientanden zijn er in
allerlei vormen en formaten. Dat geldt ook voor
fossiele exemplaren. Die vormenrijkdom komt doordat verschillende
soorten haaien zijn aangepast aan het eten van verschillende soorten
voedsel. We zouden dus kunnen zeggen dat hun tanden daarop zijn
afgestemd. Maar daarnaast komen ook per soort haai nog eens
verschillende vormen tanden voor. Zo kan de plaats van de tand in het
gebit de vorm ervan bepalen. Dat hoeven we echter niet zo vreemd te
vinden want ook bij ons mensen is de vorm van de tand afhankelijk van
zijn plaats in het gebit. Naast de plaats in het gebit kunnen nog
andere factoren binnen één soort de vorm van de
tanden bepalen. Zo kunnen er verschillende tanden bij mannelijke en
vrouwelijke haaien van een soort voorkomen. Verder kan de leeftijd een
rol spelen bij de tandvorm. En wat betreft de formaten van de tanden:
Je kunt er al vinden die maar enkele millimeters groot zijn. De
grootste fossiele haaientanden zijn afkomstig van een haai die
Megaselachus megalodon heet. Over de wetenschappelijke naam van deze
haai bestaat echter nogal wat discussie. Daardoor komen we hem in de
literatuur ook tegen als Carcharodon megalodon of Otodus megalodon. De
grootte van deze haai is nog onderwerp van discussie maar er wordt
aangenomen dat hij minstens 15 meter lang kon worden. Zijn tanden
konden een grootte van wel 17 centimeter hebben. Megalodon verscheen
ongeveer 18 miljoen jaar geleden ten tonele. Over het moment van
uitsterven is geen eenduidigheid. Zo wordt wel aangenomen dat dit
anderhalf miljoen jaar geleden plaatsvond. Volgens andere bronnen zou
dat mogelijk pas 50.000 jaar geleden of nog recenter zijn gebeurd.
|
Afbeelding 3. Links: Tand van Megaselachus
megalodon. Rechtsboven: Recente haaientanden zijn
in het algemeen wit van kleur. Rechtsonder: Fossiele haaientanden uit Marokko. De speld is drie centimeter lang. |
De meeste vondsten van
fossiele haaientanden in Nederland stammen uit het Tertiair dat van 65
tot 2,6 miljoen jaar geleden duurde en uit de tijdvakken Paleoceen,
Eoceen, Oligoceen, Mioceen en Plioceen bestaat. Tegenwoordig wordt dit
Tertiair bij ons wel opgedeeld in Paleogeen (Paleoceen, Eoceen en
Oligoceen) en Neogeen (Mioceen en Plioceen). Vooral het Neogeen levert
ons veel vondsten op.
De stranden in Zeeuws-Vlaanderen in de provincie Zeeland zijn bekend
voor het voorkomen van fossiele haaientanden. Deze strandenstrook
begint eigenlijk al bij Knokke in België en hij loopt via
Cadzand door tot bij Nieuwvliet Bad in Nederland. Ook van De Kaloot bij
Borssele op Zuid-Beveland (eveneens provincie Zeeland) kennen we
fossiele haaientanden.
Verder landinwaarts kennen we plaatsen die grote aantallen haaientanden
uit het Neogeen hebben opgeleverd. Daarbij denken we aan de vele
vondsten die door baggeren en opzuigen bij kalkzandsteenfabriek
Hoogdonk bij Liessel in Noord-Brabant zijn gedaan. Niet ver van Liessel
ligt Langenboom (gemeente Mill, eveneens Noord-Brabant) waar bij het
opzuigen van zand eveneens heel veel haaientanden tevoorschijn zijn
gekomen. Zowel de vindplaatsen in Zeeland als Noord-Brabant hebben
tanden van de tot de verbeelding sprekende Megaselachus megalodon
opgeleverd.
|
Afbeelding 4. Links: Fossiele
haaientanden
van de stranden in Zeeuws Vlaanderen. Rechts: Fossiele haaientanden uit
Tertiaire sedimenten bij Antwerpen. De speld is drie centimeter lang. |
Op fossielenbeurzen zijn
tegenwoordig regelmatig tanden uit de aan het Tertiair voorafgaande
Krijtperiode (144 tot 65 miljoen jaar geleden) te koop. Deze beige tot
lichtbruine haaientanden zijn afkomstig uit bijvoorbeeld Khouribga in
Marokko waar ze bij de winning van fosfaat gevonden worden. We laten er bij afbeelding 3 en 7 iets van zien.
|
|
Afbeelding 5. Om een idee te krijgen van de diversiteit van
fossiele
haaientanden: A
Hexanchus gigas (Mioceen) - B
Isurus desori
(Plioceen) -
C
Negaprion sp. (Mioceen) - D
Synodontaspis acutissima
(Mioceen) -
E
Cosmopolitodus hastalis (Plioceen) - F
Lamna obliqua
(Eoceen) - G
(Eoceen) - H
Carcharodon
auriculatus (Eoceen, het linker deel van de tand ontbreekt). Al deze
haaientanden (behalve C die eigenlijk niet in dit item thuishoort want
hij komt uit Florida, USA) stammen uit de Belgische provincies
Antwerpen en Oost-Vlaanderen. De speld is drie centimeter lang. |
Afbeelding 6. J
Striatolamia macrota (Eoceen) - K
Brachycarcharias lerichei (Eoceen) - L
Carcharias vorax (Mioceen/Plioceen) - M Odontaspis
reticulata (Mioceen) -
N
Hypotodus verticalis (Eoceen) - O
Anotodus retroflexus (Mioceen)
Deze haaientanden stammen uit de Belgische provincies Antwerpen en
Oost-Vlaanderen. De speld is drie centimeter lang. |
|
Afbeelding 7. Fossiele haaientanden uit Khouribga in Marokko. Ze zijn soms in mooie kijkdozen te krijgen. |
Voor wie zich verder in
tertiaire haaientanden wil verdiepen, zijn wellicht de onderstaande
werken interessant. Voor het schrijven van dit item over haaientanden
is van een deel van deze werken gebruikgemaakt.
• Gids voor
strandfossielen van Cadzand en Nieuwvliet-Bad
(eindredactie Ton
Lindemann) is een uitgave van de Nederlandse
Geologische Vereniging -
Afdeling Amsterdam (eerste druk 1998). Bevat
allerlei
achtergrondinformatie over en veel foto's van allerlei soorten
haaientanden uit het Tertiair. (156 bladzijden)
• Brabant tussen
walvissen en mastodonten (Fossielen van Liessel)
uit 2009 van Noud
Peters informeert uitgebreid over de vondsten bij kalkzandsteenfabriek
Hoogdonk. Ook haaientanden van deze locatie worden besproken. Het boek
is een uitgave van Nationaal
Beiaard- en Natuurmuseum Asten /
Oertijdmuseum De Groene Poort (110
bladzijden).
• Van reuzenhaai
tot Chalicotherium (fossielen uit Mill-Langenboom)
uit 2013 van Noud
Peters informeert uitgebreid over de vondsten bij Langenboom. Er is
ruime aandacht voor haaientanden van deze locatie. Het boek is een
uitgave van Oertijdmuseum
De Groene Poort (158 bladzijden).
• In Afzettingen
(tijdschrift van de Werkgroep
voor Tertiaire en Kwartaire Geologie),
jaargang 34, december 2013) verscheen een uitgebreid artikel (20
bladzijden) van Taco Bor met als titel Terminologie en determinatie van
haaien- en roggentanden.
|
Poster
haaientanden
Druk je eigen poster af. Klik op de afbeelding om de poster te openen
Commercieel
gebruik niet toegestaan. |
Tekst en foto's: Jan Weertz