|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Zwerfstenen van de MaasOp deze pagina staat een aantal van de meest voorkomende zwerfstenen van de Maas zoals die in Nederland te vinden zijn. Naast afbeeldingen van de stenen is enige extra informatie over de verschillende soorten stenen vermeld. De stenen zijn over het algemeen min of meer vuistgroot. Alleen de kiezeloölieten (die overigens een schenking van Bert Hummel zijn), zijn minder dan half zo groot.
Kenmerkend voor Révinienkwartsiet zijn de kubusvormige holten waarin pyriet heeft gezeten. Als men een stuk van de steen afslaat, kan men binnenin soms nog de goudkleurige pyrietkubusjes vinden. Meestal treft men er echter alleen een nog maar een beetje roestachtig stof in aan. Kolenkalksteen is van buiten meestal grijsachtig verweerd maar binnenin is de steen blauwzwart van kleur. Bij het afslaan van een stuk van de steen komt een lucht vrij die aan rotte eieren doet denken. De steen wordt daarom ook wel stinkkalk genoemd. In het conglomeraat van Burnot komen we afgeronde stenen van kwarts, kwartsiet, zandsteen en zwarte toermalijnkwartsiet tegen in een grijsrode tot wijnrode matrix. Met de matrix bedoelen we hier het cement waarmee de individuele stenen verkit zijn.
Vuursteen is meestal erg grillig van vorm. Hij komt in allerlei kleuren voor, onder andere bruin, zwart, gelig en grijs. Vaak is aan de buitenkant nog een witte laag (het restant van de zogenaamde cortex) aanwezig. Het conglomeraat van Andenne bestaat uit kwarts, radiolariet en soms stukjes steenkool in een grijze matrix.
Kiezeloölieten zijn verkiezelde kalkstenen met opvallende oölieten. Het conglomeraat met limonietcement is van Kwartaire ouderdom. Het is vaak relatief recent ontstaan door verkittingen van grind in Maasafzettingen. Bij Taunuskwartsiet gaat het om een grijs gesteente waarin wijnrode vlekken voorkomen. We treffen dit gesteente uit de Vogezen in de Maasafzettingen aan doordat vroeger de Moezel een zijrivier van de Maas was.
Het conglomeraat van Fépin is een vrij grofkorrelig conglomeraat dat veel kwarts bevat. De matrix ervan is van roserood tot vuilwit. De kwarts met chloriet is afkomstig uit kwartsaders die in gesteenten uit meerdere geologische perioden voorkomen.
De meest bekende vorm van lydiet is vaak hoekig en heeft een zwarte kleur. In het gesteente kunnen ook witte kwartsaderen voorkomen. Kwartsiet met kwartsbanden komt vrij algemeen in het Maasgrind voor. De kwartsbanden (kwartsaders) zijn ontstaan door chemische afzetting van kwarts in breuken in het gesteente. Leisteenachtige gesteenten treffen we ook regelmatig in het Maasgrind aan. Vaak zijn ze niet zo gemakkelijk te definiëren. Afgezette klei onderging in de loop der tijd veranderingen en ging over in hard gesteente; hij veranderde in schalie die dan weer door metamorfose in leisteen kon veranderen. Bovendien ziet niet alle leisteen eruit als het zwarte gesteente dat we van de leien op daken van bijvoorbeeld kerken kennen. We plaatsen het hier getoonde voorbeeld dan ook algemeen onder de leisteenachtige gesteenten. Zie
ook: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
© De Belemniet |