De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

Sporen van de ijstijd

Het Oudemirdumer Klif in het Gaasterland

Het begon allemaal met de ijstijden 
Tijdens de voorlaatste ijstijd (beter gezegd: het Saale-glaciaal dat van 238.000 tot 128.000 jaar geleden duurde) waren grote delen van het noordelijk halfrond bedekt door een dik ijspakket. Doordat veel water in de vorm van ijs op het land was opgeslagen, lag de zeespiegel toen een stuk lager dan tegenwoordig. De Noordzee lag toen droog. Honderden meters dikke gletsjers drongen in die tijd tot diep in onder andere Nederland en Duitsland door. In het ijs van deze gletsjers zat een heleboel gesteentemateriaal uit Scandinavië. Dat varieerde van hele kleine deeltjes tot enorme zwerfstenen. Toen aan het einde van het glaciaal het ijs smolt, bleef dit gesteentemateriaal achter. We kennen het als keileem. 

De vorming van het Gaasterland en zijn omgeving 
Na het afsmelten van de gletsjers bleef die keileem dus in het noorden van Nederland achter. Op een aantal plaatsen was dat uiteindelijk in de vorm van een soort keileemruggen of keileembulten. Eigenlijk zijn dat restanten van stuwwallen die we nu terugvinden op Texel, Wieringen en in het Gaasterland. Over hoe dat proces precies verliep, gaan we hier niet verder in. Tijdens de laatste ijstijd (beter gezegd: het Weichsel-glaciaal dat van 116.000 tot 11.500 jaar geleden duurde) kwamen het landijs en de gletsjers niet tot in Nederland. Soms was het dan wel zo koud dat we met een poolwoestijn te maken hadden. De wind had dan vrij spel en in het kale landschap werden grote hoeveelheden dekzand afgezet. Ook de keileem van het Gaasterland werden ermee bedekt. Na de laatste ijstijd werd het klimaat weer zachter. De zeespiegel steeg waardoor niet alleen in de lagere delen rond het Gaasterland maar ook elders op grote schaal veen kon gaan groeien. 

Oudemirdumer Klif Gaasterland
Afbeelding 1. Links: de helling van het Oudemirdumer Klif zoals die in 2009 vanaf het observatiepunt te zien was. Rechts zien we een klifwand (keileem) met zwerfstenenstrand aan de Ostsee in Noord-Duitsland. Toen het IJsselmeer voor de bouw van de Afsluitdijk nog Zuiderzee was, moet het Oudemirdumer Klif er ook zo uitgezien hebben.

Het ontstaan van het Oudemirdumer Klif 
De zeespiegel bleef in de millennia na de laatste ijstijd verder stijgen en op de plek waar nu het IJsselmeer ligt, vormde zich in de loop der tijd een groot meer, het Flevomeer (dat na de Romeinse tijd Almere ging heten). Door erosie van de uitgestrekte veengebieden was er rond 800-1000 na Chr. een grotere doorbraak naar de Waddenzee en ontstond een binnenzee die we als de Zuiderzee kennen. De kustgebieden van deze binnenzee werden door erosie afgeknabbeld. Maar door zijn samenstelling bood de bodem aan de kust op sommige plekken meer weerstand aan die erosie dan op andere plekken. Vooral de keileem wist daarbij aardig stand te houden waardoor de hoger gelegen delen van het Gaasterland als kliffen langs die kust in de zee staken. De zee taste de kliffen echter steeds verder aan. Vooral tijdens stormen werd door het water veel keileem weggeslagen. De voet van de kliffen werd steeds verder ondermijnd en de wand erboven stortte naar beneden. Vooral de fijnere delen van het naar beneden gestorte puin werden vervolgens door zeestromingen weggevoerd en verder oostelijk weer afgezet. Het strand voor de tot bijna acht meter hoge kliffen lag bezaaid met massa’s bontgekleurde zwerfstenen uit de keileem (afbeelding 1). 

Het verdwijnen van het Oudemirdumer Klif 
Met de komst van de Afsluitdijk in 1932 werd de verbinding met de open zee geblokkeerd en ontstond het IJsselmeer. Onder andere doordat eb en vloed wegvielen, nam de eroderende invloed van het water op de keileemkliffen sterk af. Steile wanden zoals deze kliffen bleven wel afbrokkelen maar doordat het puin aan de basis ervan bleef liggen, ontstonden schuine hellingen die langzaam maar zeker begroeid raakten. Hierdoor verdween het fenomeen ‘klif’ uit het landschap. 

Oudemirdumer Klif Gaasterland keileem
Afbeelding 2. Tijdens het bezoek in 2009 was een deel van de klifwand vers afgestoken om deze geschikt te maken voor oeverzwaluwen. Daarbij kwam de keileem weer tevoorschijn waarin duidelijk vuistgrote zwerfstenen te zien waren.

Waar vinden we het Oudemirdumer Klif? 
Het Oudemirdumer Klif ligt in Nederland in het zuidwesten van de provincie Friesland. We vinden het ten zuiden van Oudemirdum in het Gaasterland. Het klif is goed met borden aangegeven. In het dorpje slaan we de weg Marderhoek in. Na 300 meter gaan we dan rechtsaf (De Dollen). Na één kilometer staat aan de linkerkant van deze weg een wegwijzer van de Vereniging Natuurmonumenten en rechts ligt een parkeerstrook. Aan diezelfde rechterkant leidt een bestraat voetpad naar het observatiepunt bij het klif. Dit is het Minneminnespad. Vanaf de parkeerstrook is het maar enkele minuten lopen naar het observatiepunt. Dit observatiepunt is vrij toegankelijk. Vanaf hier krijgt men een goed idee van het Oudemirdumer Klif. Het natuurreservaat (het vroegere strand, dat tussen het klif en het IJsselmeer ligt, de klifhelling en de achterliggende gebieden) is niet vrij toegankelijk. 

Wat kunnen we vanaf het observatiepunt zien? 
Vanaf het observatiepunt krijgen we een beeld van het ongeveer 1400 meter lange Oudemirdumer Klif en zijn omgeving. De klifrand was er tijdens ons bezoek in 2009 als een hoge, schuine helling te zien. Tijdens een vervolgbezoek in 2022 is deze helling helaas zo sterk begroeid dat we er minder van kunnen zien (afbeelding 3). Vooral in de zomer, als er blad aan de bomen en struiken zit, is dat een probleem. Vóór de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 was hier de vrijwel loodrechte, onbegroeide keileemwand van bijna acht meter hoog. Ervoor lag een keienstrand zoals we dat tegenwoordig nog van bijvoorbeeld klifkusten langs de Oostzee in het noorden van Duitsland kennen. Nadat het afkalven van het klif en het wegvoeren van het puin door de Zuiderzee tot het verleden behoorden, kreeg het klif zijn huidige aanzien van een schuine, begroeide helling. Tussen het klif en het IJsselmeer ligt het vroegere strand dat tegenwoordig een extensief beheerd grasland is. Vooral tijdens natte perioden kunnen delen van het grasland onder een ondiepe laag water staan. 

Oudemirdumer Klif Gaasterlandl
Afbeelding 3. In de loop der tijd is de helling steeds verder begroeid geraakt waardoor we er niet zo veel meer van kunnen zien. Links toont de situatie in 2009, rechts is te zien hoe het er in de zomer van 2022 uitziet.

Meer kliffen in het Gaasterland 
In de afgelopen eeuwen kende het Gaasterland naast het Oudemirdumer Klif nog het Mirnser Klif en het Rode Klif (afbeelding 4). Het Mirnser Klif ligt in vogelvlucht zo’n 6 à 7 kilometer noordwestelijk van het Oudemirdumer Klif, het Rode Klif nog ongeveer 4 kilometer verder. De helling van het Mirnser Klif is minder duidelijk dan die van het Oudemirdumer Klif als een voormalige steilwand te herkennen. Bij het Rode Klif is daar nog minder van terug te vinden. Om beter weerstand te kunnen bieden aan de zee is aan het einde van de 19e eeuw onder andere een deel van dit klif afgegraven. Hierdoor ontstond een glooiende en geleidelijk aflopende helling. 

Mirnser Klif Gaasterland Rode Klif Gaasterland
Afbeelding 4. Links: de helling van het Mirnser Klif is minder duidelijk dan die van het Oudemirdumer Klif. Rechts: bij het Rode Klif is nog minder van de helling terug te vinden.

En verder … … 
Dit item over het Oudemirdumer Klif in het Gaasterland is gebaseerd op het artikel (Aardkundig excursiepunt 26 – Oudemirdumer Klif in Gaasterland) dat we hierover in Grondboor & Hamer, Jaargang 63, nummer 2 – 2009 publiceerden. Destijds zorgde de bioloog Albert Richter van het Bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum er bij terreinbeheerder Jelle de Boer van de Vereniging Natuurmonumenten voor dat we het natuurreservaat konden betreden om onder andere foto’s te maken. 

Bij de beschrijving van de locatie (2022) is sprake van een momentopname. De kans bestaat dat de situatie en het aanzien op een later tijdstip niet meer hetzelfde zijn. Beschouw de vindplaatsgegevens dan ook als richtlijnen die in mindere of meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig vooraf aan de hand van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt met de werkelijkheid.

Tekst en foto's: Jan en Els Weertz
© De Belemniet