|
Afbeelding 1. Links: de helling van het Oudemirdumer Klif zoals die in 2009 vanaf het observatiepunt te zien was. Rechts
zien we een klifwand (keileem) met zwerfstenenstrand aan de Ostsee in
Noord-Duitsland. Toen het IJsselmeer voor de bouw van de Afsluitdijk
nog Zuiderzee was, moet het Oudemirdumer Klif er ook zo uitgezien
hebben. |
Het ontstaan van het Oudemirdumer
Klif
De zeespiegel bleef in de millennia na de laatste ijstijd verder
stijgen en op de plek waar nu het IJsselmeer ligt, vormde zich in de
loop der tijd een groot meer, het Flevomeer (dat na de Romeinse tijd
Almere ging heten). Door erosie van de uitgestrekte veengebieden was er
rond 800-1000 na Chr. een grotere doorbraak naar de Waddenzee en
ontstond een binnenzee die we als de Zuiderzee kennen. De kustgebieden
van deze binnenzee werden door erosie afgeknabbeld. Maar door zijn
samenstelling bood de bodem aan de kust op sommige plekken meer
weerstand aan die erosie dan op andere plekken. Vooral de keileem wist
daarbij aardig stand te houden waardoor de hoger gelegen delen van het
Gaasterland als kliffen langs die kust in de zee staken.
De zee taste de kliffen echter steeds verder aan. Vooral tijdens
stormen werd door het water veel keileem weggeslagen. De voet van de
kliffen werd steeds verder ondermijnd en de wand erboven stortte naar
beneden. Vooral de fijnere delen van het naar beneden gestorte puin
werden vervolgens door zeestromingen weggevoerd en verder oostelijk
weer afgezet. Het strand voor de tot bijna acht meter hoge kliffen lag
bezaaid met massa’s bontgekleurde zwerfstenen uit de
keileem (afbeelding 1).
Het verdwijnen van het
Oudemirdumer Klif
Met de komst van de Afsluitdijk in 1932 werd de verbinding met de open
zee geblokkeerd en ontstond het IJsselmeer. Onder andere doordat eb en
vloed wegvielen, nam de eroderende invloed van het water op de
keileemkliffen sterk af. Steile wanden zoals deze kliffen bleven wel
afbrokkelen maar doordat het puin aan de basis ervan bleef liggen,
ontstonden schuine hellingen die langzaam maar zeker begroeid raakten.
Hierdoor verdween het fenomeen ‘klif’ uit het
landschap.
|
Afbeelding 2. Tijdens
het bezoek in 2009 was een deel van de klifwand vers afgestoken om deze
geschikt te maken voor oeverzwaluwen. Daarbij kwam de keileem weer
tevoorschijn waarin duidelijk vuistgrote zwerfstenen te zien waren. |
Waar vinden we het Oudemirdumer
Klif?
Het Oudemirdumer Klif ligt in Nederland in het zuidwesten van de
provincie Friesland. We vinden het ten zuiden van Oudemirdum in het
Gaasterland. Het klif is goed met borden aangegeven. In het dorpje
slaan we de weg Marderhoek in. Na 300 meter gaan we dan rechtsaf (De
Dollen). Na één kilometer staat aan de linkerkant
van deze weg een wegwijzer van de Vereniging Natuurmonumenten en rechts
ligt een parkeerstrook. Aan diezelfde rechterkant leidt een bestraat
voetpad naar het observatiepunt bij het klif. Dit is het
Minneminnespad. Vanaf de parkeerstrook is het maar enkele minuten
lopen naar het observatiepunt. Dit observatiepunt is vrij toegankelijk.
Vanaf hier krijgt men een goed idee van het Oudemirdumer Klif. Het
natuurreservaat (het vroegere strand, dat tussen het klif en het
IJsselmeer ligt, de klifhelling en de achterliggende gebieden) is niet
vrij toegankelijk.
Wat kunnen we vanaf het
observatiepunt zien?
Vanaf het observatiepunt krijgen we een beeld van het ongeveer 1400
meter lange Oudemirdumer Klif en zijn omgeving. De klifrand was er
tijdens ons bezoek in 2009 als een hoge, schuine helling te zien.
Tijdens een vervolgbezoek in 2022 is deze helling helaas zo sterk
begroeid dat we er minder van kunnen zien (afbeelding 3). Vooral in de zomer, als er
blad aan de bomen en struiken zit, is dat een probleem.
Vóór de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 was
hier de vrijwel loodrechte, onbegroeide keileemwand van bijna acht
meter hoog. Ervoor lag een keienstrand zoals we dat tegenwoordig nog
van bijvoorbeeld klifkusten langs de Oostzee in het noorden van
Duitsland kennen. Nadat het afkalven van het klif en het wegvoeren van
het puin door de Zuiderzee tot het verleden behoorden, kreeg het klif
zijn huidige aanzien van een schuine, begroeide helling.
Tussen het klif en het IJsselmeer ligt het vroegere strand dat
tegenwoordig een extensief beheerd grasland is. Vooral tijdens natte
perioden kunnen delen van het grasland onder een ondiepe laag water
staan.
l |
Afbeelding 3. In de loop der tijd is de helling steeds verder begroeid geraakt waardoor we er niet zo veel meer van kunnen zien. Links toont de situatie in 2009, rechts is te zien hoe het er in de zomer van 2022 uitziet. |
Meer kliffen in het
Gaasterland
In de afgelopen eeuwen kende het Gaasterland naast het Oudemirdumer
Klif nog het Mirnser Klif en het Rode Klif (afbeelding 4). Het Mirnser Klif ligt in
vogelvlucht zo’n 6 à 7 kilometer noordwestelijk
van het Oudemirdumer Klif, het Rode Klif nog ongeveer 4 kilometer
verder. De helling van het Mirnser Klif is minder duidelijk dan die van
het Oudemirdumer Klif als een voormalige steilwand te herkennen. Bij
het Rode Klif is daar nog minder van terug te vinden. Om beter
weerstand te kunnen bieden aan de zee is aan het einde van de 19e eeuw
onder andere een deel van dit klif afgegraven. Hierdoor ontstond een
glooiende en geleidelijk aflopende helling.
|
Afbeelding 4. Links: de helling van het Mirnser Klif is minder duidelijk dan die van het Oudemirdumer Klif. Rechts: bij het Rode Klif is nog minder van de helling terug te vinden. |
En verder …
…
Dit item over het Oudemirdumer Klif in het Gaasterland is gebaseerd op
het artikel (Aardkundig excursiepunt 26 – Oudemirdumer Klif
in Gaasterland) dat we hierover in Grondboor & Hamer, Jaargang
63, nummer 2 – 2009 publiceerden. Destijds zorgde de bioloog
Albert Richter van het Bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum er
bij terreinbeheerder Jelle de Boer van de Vereniging Natuurmonumenten
voor dat we het natuurreservaat konden betreden om onder andere
foto’s te maken.
Bij de beschrijving van de
locatie (2022) is sprake van een momentopname. De kans bestaat dat de
situatie en het aanzien op een later tijdstip niet meer hetzelfde zijn.
Beschouw de vindplaatsgegevens dan ook als richtlijnen die in mindere
of meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig vooraf aan de
hand van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt met de
werkelijkheid.
Tekst en foto's: Jan en Els
Weertz