|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fossiele en recente zee-egelsDeel 1 - tekst met afbeeldingen van fossiele en recente zee-egels Meer dan
800 soorten zee-egels De eerste zee-egels stammen uit het Ordovicium. Ook tegenwoordig komen ze nog algemeen in zeeën en oceanen voor. Ze behoren in de stam van de Echinodermata (Stekelhuidigen) tot de klasse van de Echinoidea. Wereldwijd zijn er meer dan 800 soorten bekend.
Hoe zien
zee-egels eruit?
Zoals de naam al doet vermoeden, leven zee-egels in de zee. Meestal zijn ze halfbolvormig, hartvormig of schijfvormig. Hun grootte varieert meestal van ongeveer 1 tot 15 centimeter maar er zijn ook grotere soorten bekend. In feite bestaat het skelet van de dieren uit een harde schaal van calciet die is opgebouwd uit tien rijen dubbele plaatjes, de ambulacrale en interambulacrale zones. Van beide heeft de zee-egel er vijf. De verschillende plaatjes zijn met elkaar vergroeid. De schaal is bedekt met stekels, pedicellariën en sphaeridia. Bij bepaalde soorten zee-egels zijn duidelijk tuberkels te zien waarop deze aangehecht zijn. De zee-egel kan de stekels bewegen. Ze dienen vooral voor de verdediging van het dier. Als er gevaar dreigt, kan hij ze rechtop zetten. Bij bepaalde soorten zee-egels worden de stekels ook gebruikt voor de voortbeweging. Bij andere soorten, die in de zeebodem leven, kunnen de dieren ze gebruiken om in het sediment zelf te graven of om zich erin te graven. De stekels van een zee-egel kunnen verdeeld worden in primaire en secundaire stekels. De primaire stekels zijn het grootste. We vinden ze op de interambulacrale plaatjes. De kleinere secundaire stekels komen zowel op de interambulacrale als ambulacrale plaatjes voor. De pedicellariën komen we bij fossiele zee-egels niet vaak tegen. Het dier gebruikt ze om er zijn schaal mee schoon te maken en om ermee parasieten van het lijf te houden. De spheridia treffen we aan op de ambulacrale plaatjes. Het zijn zintuigjes die helpen om het dier rechtop te houden. Kijk voor de verschillende onderdelen van een zee-egel ook naar afbeelding 2 en 3.
Op de schaal zitten ook rijen met kleine gaatjes. Door deze gaatjes kunnen de buisvoetjes of podia naar buiten worden gestulpt. Deze buisvoetjes hebben diverse functies. Zo kunnen ze helpen bij de voortbeweging. Soms hebben de podia zuignapjes, waarmee het dier zich aan de rotsbodem kan vastzuigen. Dit laatste is vooral belangrijk bij zee-egels die in de brandingszone leven. Ook spelen de buisvoetjes een rol bij de ademhaling. Voor die ademhaling bezitten veel zee-egels echter ook enkele kieuwen. Verder bezit het dier een mond en een anus maar die zitten niet bij alle soorten op dezelfde plaats. Bij de regelmatige (regulaire) zee-egels zit de mond in het midden van de onderkant en de anus aan de bovenkant. Bij de onregelmatige (irregulaire) zee-egels zitten zowel mond als anus aan de onderkant. De mond hoeft daarbij niet persé in het midden te zitten. Bij regulaire zee-egels zit in de mond een krachtig, snavelachtig kauwapparaat dat bekend staat als de 'lantaarn van Aristoteles'. Dit kauwapparaat bestaat uit een groot aantal skeletdelen. Daartoe behoren ook de tandplaten die het geheel dat snavelachtig aanzien geven. Aangezien deze tandplaten aan slijtage onderhevig zijn, wordt voortdurend nieuw plaatmateriaal aangemaakt. Doordat de kauwapparaten uit zoveel verschillende skeletdelen bestaan, fossiliseren ze niet vaak.
In het inwendige van de
zee-egel komen we het spijsverteringskanaal
tegen, dat van de mond naar de anus loopt, en een
watervaatstelsel. Ook treffen we er onder andere de geslachtsklieren
aan die gonaden
genoemd worden. Vanuit deze gonaden worden een aantal malen per jaar de
zaadcellen en eicellen aan het zeewater afgegeven waar dan de
bevruchting plaatsvindt.
Regulaire
en irregulaire zee-egels
Bij het gedeelte over hoe zee-egels eruit zien, werd duidelijk dat er grote verschillen tussen regulaire en irregulaire zee-egels zijn. Die verschillen hebben vooral met de vorm te maken. Bij regulaire zee-egels zien de voor- en achterkant er in feite hetzelde uit. De mond zit bij hen aan de onderkant en de anus aan de bovenkant. In de mond zit een krachtig, snavelachtig kauwapparaat dat als de Lantaarn van Aristoteles bekend staat. Bij irregulaire zee-egels is er wel een voor- en achterkant. De mond is bij hen aan de voorkant en de anus aan de achterkant. De irregulaire zee-egels evolueerden uit de regulaire zee-egels. Beide groepen hebben een verschillende levenswijze. De regulaire zee-egels struinen kriskras de zeebodem af op zoek naar voedsel. Ze voeden zich vaak met aas maar ze eten ook ander dierlijk en plantaardig materiaal. Met hun kaken kunnen ze voedsel van schelpen en andere harde oppervlakten afschrapen. Irregulaire zee-egels graven in de zeebodem waar ze sediment opnemen om er voedsel uit te filteren.
Waar komen
zee-egels voor?
Zee-egels komen we wereldwijd
in vrijwel alle zeeën tegen. We vinden ze daar overal van de
polen tot in de tropische gebieden. Ze leven vooral in de ondiepere
wateren van de kustgebieden maar we kunnen ze ook verderop in zee tot
meerdere duizenden meters diepte vinden. Het soort bodem waarop we ze
vinden is gevarieerd. Zo leven ze zowel op zandige als op rotsachtige
bodems en verder komen ze voor in koraalriffen. Sommige soorten
zee-egels kunnen zich met hun kauwapparaat ingraven in het gesteente.
Enkele soorten komen aan de kust van Nederland en België voor.
Een daarvan is het zeeboontje. Dit zee-egeltje wordt niet groter dan
een centimeter. De van hun kleine stekels ontdane schalen kunnen in
grote aantallen aanspoelen.
Wat eten zee-egels? Niet alle zee-egels eten hetzelfde voedsel. De meeste zijn planteneters maar er zijn ook soorten die dierlijk voedsel nuttigen. Algen vormen een belangrijk deel van het voedsel. Daarnaast worden organische resten (detritus) genuttigd. Die kunnen ze binnenkrijgen door het sediment (de bodem) te eten. De organische deeltjes uit het sediment verteren ze. Die vormen dus hun eigenlijke voedsel. De onverteerbare anorganische deeltjes scheiden ze via de anus weer uit. Hoe planten zee-egels zich voort? Zee-egels zijn tweeslachtig. Er komen dus zowel mannetjes als vrouwtjes voor. De vrouwelijke zee-egels zetten grote aantallen eicellen in het water af op het zelfde moment waarop de mannelijke exemplaren hun zaadcellen afzetten. De bevruchting vindt daarna in het water plaats. Uit de bevruchte eicellen komen larven die vrij rondzwemmen. Deze larven voeden zich met plankton. Na enige tijd komen de larven op de zeebodem terecht waar ze in zee-egels veranderen.
Door recente zee-egels te
bestuderen, proberen
we een
beter idee te krijgen van het leven van de fossiele soorten.
Tegenwoordig leven
de meeste zee-egels in ondiepe zeeën waar ze vaak met grote
aantallen bij
elkaar kunnen voorkomen.
Zijn
zee-egels giftig? Kunnen zee-egels gegeten worden?
Regelmatig komt het voor dat badgasten op zee-egels trappen als ze op blote voeten in zee waden op plaatsen waar deze dieren veel in de ondiepe kustwateren voorkomen. Dat kan dan onaangename verwondingen veroorzaken als de stekels in de huid doordringen en afbreken. In de meeste gevallen laten de stekels zich echter gemakkelijk verwijderen. Wel moet erop gelet worden dat geen stukjes van de stekel in de wond achterblijven, want die kunnen dan infecties veroorzaken. Als de afgebroken stekels diep zitten, moeten ze soms door een arts verwijderd worden. Bij de meeste soorten zijn de stekels echter niet giftig. Sommige soorten hebben echter lange, holle stekels waar een vloeistof in zit. Als men erop trapt, breken die stekels af waarbij de vloeistof in de huid doordringt. De plaats van de wond zwelt dan op en er ontstaat flinke pijn. Bij weer andere soorten zitten aan de uiteinden van de stekels blaasjes met een gifklier. Als dit gif in de wond doordringt, kan dat behoorlijk pijn doen. Veel van die ellende kan natuurlijk voorkomen worden door het dragen van badschoenen. Er zijn allerlei soorten eetbare zee-egels. Vaak zijn het vooral de eitjes en voortplantingsorganen die geconsumeerd worden. Sommige mensen beschouwen deze als een delicatesse maar anderen denken daar weer anders over. Vroeger braken kustbewoners van bijvoorbeeld de landen langs de Middellandse Zee de zee-egels wel open. In het binnenste zit een waterig vocht. Als dat eruit liep, konden ze hun brood in de slijmerige rest dopen om er wat smaak aan te geven. Veel smaak leverde dat echter niet op.
In de literatuur wordt
gesproken over 2500 tot 5000 verschillende
soorten fossiele zee-egels. Klik op de onderstaande link om de pagina
met nog meer fossiele zee-egels te bekijken.
Tekst en foto's: Jan Weertz
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© De Belemniet |