|
|||||||||||
IJzerAls geologisch verschijnselIJzer lijkt zo alledaags. Maar
wie er wat meer over te weten probeert
te komen, ontdekt al snel dat dit metaal heel wat interessants te
bieden heeft. Zo komen we
ijzer op heel wat plekken in de bodem tegen,
ook in Nederland. Een goed voorbeeld daarvan zijn de kleuren van
zandkorreltjes. Zuiver zand bestaat bij ons in het algemeen uit witte
tot kleurloze korreltjes. Meestal zijn die korreltjes echter geel,
bruin of zelfs rood. Die kleur wordt veroorzaakt door een dun laagje
ijzeroxide (ijzerroest) dat als een jasje rondom de zandkorreltjes zit.
In het grondwater komt vaak
ijzer voor. Als
dit water aan de
oppervlakte komt, bijvoorbeeld in beekjes en vijvers, dan zal dit ijzer
oxideren (roesten) doordat het in contact komt met zuurstof uit de
lucht. We krijgen dan beekjes en vijvers met roodbruin water. Als dit
ijzer op bodemdeeltjes neerslaat, krijgen we roodbruine modder. Deze
verschijnselen komen op meerdere plaatsen in Nederland voor.
Voorbeelden: roodbruin water in een aantal vijvers (afbeelding
1)
in Apeldoorn
(Gelderland) en roodbruine modder in het beekje Roodloop (afbeelding
1) bij
Hilvarenbeek (Noord-Brabant). Moerasijzererts
komt ook op meerdere plaatsen in Nederland voor, vooral
in de oostelijke helft van ons land. We
vinden het als lagen van twintig tot veertig centimeter dikte. Deze
lagen komen op geringe diepte voor in beekdalen en
veengebieden en op andere plaatsen waar de grondwaterstand hoog is en
waar het ijzergehalte van de bodem hoog is. Op zulke plaatsen gaan in
het grondwater opgeloste ijzerverbindingen een chemische reactie aan
met zuurstof. Vroeger heeft de mens dit moerasijzererts opgegraven om
er ijzer
uit te winnen.
Ook gebruikte men moerasijzererts om mee te
bouwen. Mooie voorbeelden van bouwen met moerasijzererts zijn de
Nederlands
Hervormde kerk van Hellendoorn in Overijssel (afbeelding
2), de Oude Sint Martinuskerk
(thans Nederlands Hervormde kerk) van Silvolde (Gelderland) en het
restant van de middeleeuwse stadsmuur aan het Wilhelminaplein in
Hardenberg (Overijssel). In sommige plaatsen zijn grote delen van
vooral kerken met dit moerasijzererts gebouwd, in andere plaatsen heeft
men maar enkele blokken ervan gebruikt.
Klapperstenen horen
ook in het
verhaal over
ijzer thuis. Klapperstenen (afbeelding
3) bestaan uit laagjes ijzeroxide die rondom een kern van
een ander
gesteente voorkomen. Soms bestaat die kern uit leem. Als die lemen kern
opdroogt, kan hij krimpen. Als je dan met de klappersteen schudt, hoor
je een klapperend geluid. Vandaar de naam klapperstenen. Klapperstenen
komen onder andere op de Veluwe voor. Daar groef men ze tijdens de
vroege middeleeuwen op om
er ijzer uit te winnen. De lagen waarin de klapperstenen voorkomen,
werden tijdens de voorlaatste ijstijd door de gletsjers opgestuwd en
konden daardoor zelfs verticaal komen te staan. Daardoor was het voor
de mens uit de vroege middeleeuwen mogelijk om 'banen' met
klapperstenen 'aan te boren' om zodoende het erts erin te winnen. De
hierdoor ontstane ijzerkuilen kunnen we nu nog terugvinden,
bijvoorbeeld op de Asselsche Heide bij Hoog Soeren.
In België
komen we
vaak ijzerzandsteen
tegen. Deze zandsteen dankt zijn ontstaan aan
glauconiethoudende zanden. Deze zijn daar tijdens het Tertiair afgezet
toen zich in het gebied een zee bevond. Nadat die zee zich had
teruggetrokken, ontstonden bovenop deze afzettingen zure bodems. Het
zuur uit deze bodems hielp mee bij de verwering van het glauconiet en
daarbij kwam ijzer vrij. Dit ijzer sloeg weer in dieper gelegen
zandlagen neer. Daar zorgde het voor verkitting van het zand en zo
ontstond de ijzerzandsteen. Eigenlijk werkte het ijzer hier dus als een
natuurlijk cement. Als je wilt weten hoe die ijzerzandsteen eruit
ziet, kun je het beste eens naar kerken in dat gebied gaan kijken. Die
heeft men er namelijk veel (soms gedeeltelijk) mee gebouwd. Mooie
voorbeelden in België zijn: de Sint Audomaruskerk in Beveren (afbeelding
2), de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kermt, de Sint
Hubertuskerk in
Schaffen en de Sint Pietersbandenkerk in Beringen.
Niet ver over de grens met Duitsland - in de Eifel - komen bronnetjes met ijzerhoudend water voor dat je soms kunt drinken. Een van die bronnetjes is de Vulkania Quelle (afbeelding 4) tussen Oberehe-Stroheich en Dreis-Brück in de Dreiser Weiher. In het water van deze bron kun je het ijzer duidelijk proeven. Rondom het bronnetje is de grond roodbruin doordat ijzer uit het water zich op de bodem heeft afgezet. Wie goed om zich heen kijkt, zal al snel merken dat ijzer op heel veel plaatsen in de natuur voorkomt. IJzer is echt overal. In de natuur voorkomend ijzer en ijzermineralen kunnen er heel verschillend uitzien. Onze pagina IJzererts en de verscheidenheid van ijzermineralen geeft een idee gegeven van die verscheidenheid. Door de eeuwen heen speelde ijzer steeds een bijzondere rol in het volksgeloof en de volksgeneeskunde. Aan ijzer werden magische en geneeskrachtige krachten toegekend. Daarover is meer te lezen op onze pagina ijzer in volksgeloof en volksgeneeskunde. Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||
© De Belemniet |