|
|||||||||
De Heimansgroeve in het GeuldalDe Heimansgroeve ligt in het Geuldal in Zuid-Limburg. Ze is genoemd naar de natuuronderzoeker Eli Heimans (1861-1914) die ze al beschreef in zijn boekje 'Uit ons Krijtland' (1911): "Maar wat op het oogenblik het meest de aandacht trekt, dat zijn de steile wanden van deze open grot. Glimmend zwart met scherpe kanten stapelt zich daar vier, vijf meter hoog de kolenlei op; of het een pas opengehakte kolengroeve was, zoo versch en donker staan de blokken en staven en platen in alle richtingen dooreen." Deze 'open grot' is ontstaan door winning van het gesteente om veldwegen in de omgeving te verharden. In 1936-1937 werd op initiatief van professor Jongmans van het Geologisch Bureau in Heerlen de groevewand verder naar links blootgelegd. Rechts van die uitbreiding bevindt zich nu dus de eigenlijke groeve waar we schuinstaande schalies kunnen zien. De lagen lopen van linksboven naar rechtsonder. Links van de groeve komt in het profiel een afwisseling van eveneens schuinstaande schalielagen en zandsteenbanken voor. Hier zijn vooral de zandsteenbanken duidelijk zichtbaar doordat die minder snel verweren (en daardoor minder snel begroeien) dan de schalielagen. De lagen lopen daar echter van linksonder naar rechtsboven. De anticlinale plooi die hierbij hoort, bevindt zich ongeveer op de overgang van de groeve en de latere uitbreiding. Deze plooi werd al door Heimans in 'Uit ons Krijtland' genoemd. De Heimansgroeve is thans een geologisch monument (met informatiebord) en wordt beheerd door Stichting Het Limburgs Landschap.
Voor het ontstaan van de gesteenten uit de Heimansgroeve moeten we terug naar het Namurien in het Laat-Carboon. Nederland was toen door de zee bedekt. Meer naar het zuiden begon in die tijd het Varistisch gebergte te ontstaan. Het land werd daardoor langzaam mee omhoog genomen en het gebied van de Heimansgroeve begon boven de zeespiegel uit te komen. In de zee werd afbraakmateriaal van het gebergte als zand- en sliblagen afgezet. De zandlagen veranderden uiteindelijk in harde zandsteen, de sliblagen werden kleisteen en tenslotte leisteen. Met het verstrijken van het Laat-Carboon kwam het gebied van de huidige Heimansgroeve meer onder invloed van de gebergtevorming te staan en daardoor werden de eerder gevormde afzettingen geplooid. In de leisteen komen soms dunne laagjes brandlei voor. Deze laagjes duiden erop dat de zeebodem soms plaatselijk droogviel. Daar ontstonden moerassen waarin dunne veenlaagjes voorkwamen die we nu terugvinden als die brandlei. Aan het eind van het Namurien (ongeveer 315 miljoen jaar geleden) lag het gebied volledig boven de zeespiegel. Het was een grote laagvlakte met rivieren die naar de verder weg gelegen zee stroomden.
Om de Heimansgroeve te bereiken, gaan we in het buurtschap Cottessen (Gemeente Vaals) vanaf de Bellitterweg komend, op de T-splitsing rechtsaf en volgen het weggetje 'Cottessen'. We lopen langs Hoeve Termoere (Cottessen 8) en volgen de weg verder naar beneden tot we over een houten brug over de Geul komen. We blijven vóór de brug en lopen de weg die hier een bocht naar rechts maakt en langs Hoeve Birven leidt. Even na deze hoeve gaan we door een draaihekje en nemen de weg die schuin links door het grasland tussen de Geul en het hellingbos loopt. Dit is terrein van Het Limburgs Landschap. Ongeveer 250 meter verder steken we de zeer kleine Belletbeek over. Meteen goed zichtbaar ligt dan aan de rechterkant de Heimansgroeve.
(De bereikbaarheid van locaties kan in de loop der tijd veranderen.) Tekst en foto's: Jan Weertz |
|||||||||
© De Belemniet |