De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

Rivieren (2)

stuwdammen
Als de mens stuwdammen in rivieren bouwt, betekent dat een hele verandering voor de betreffende waterstroom en zijn omgeving. Zo zullen seizoensgebonden verschillen in het waterpeil afnemen of verdwijnen. Ook zullen overstromingen die met hun aangevoerde slib voor vruchtbare bodems langs de rivier zorgen tot het verleden horen. Veel slib zal voor de stuwdam tot afzetting komen waardoor het stuwmeer ondieper wordt. Verder kunnen stroomafwaarts watertekorten voor bijvoorbeeld de landbouw en de drinkwatervoorziening ontstaan. Tenslotte kunnen bij het ontstaan van het stuwmeer voor de stuwdam dorpen en landbouwgronden verdwijnen en kunnen vissen zoals zalmen hun paaiplaatsen in de bovenloop niet meer bereiken. De redenen waarom ondanks deze nadelen stuwdammen gebouwd worden, zijn divers. Met de bouw kunnen drinkwaterbekkens voor grote stedelijke gebieden gecreëerd worden en komt water beschikbaar voor irrigatie van landbouwgebieden. Stuwdammen dienen ook voor het opwekken van stroom.

Glenn Canyon Dam in de Colorado rivier met Lake Powell bij Page in Arizona (USA). Wasserfallboden Stausee in Salzburgerland (Oostenrijk) Barrage du Chastang met stuwmeer in de rivier de Dordogne (Frankrijk)
Glenn Canyon Dam in de Colorado rivier met Lake Powell bij Page in Arizona (USA). Wasserfallboden Stausee in Salzburgerland (Oostenrijk) Barrage du Chastang met stuwmeer in de rivier de Dordogne (Frankrijk)

Ook de natuur kan stuwdammen en stuwmeren in rivieren creëren. Ongeveer 13.000 jaar geleden barstte de Laacher See vulkaan in de Eifel uit. Door deze uitbarsting werd in de Rijn een stuwdam opgeworpen uit vulkanisch materiaal. Daardoor ontstond een stuwmeer. Toen de dam later doorbroken werd, veroorzaakte dat een tsunami die grote verwoestingen aangericht moet hebben.

erosie
Rivieren zorgen voor erosie in het gebied waar ze stromen. Daarbij ontstaat een dal. Zulke rivierdalen kunnen in de loop der tijd behoorlijk diep en zeer breed worden. Samen met hun zijrivieren kunnen rivieren een landschap creëren dat op een heuvellandschap lijkt maar in feite een dalenlandschap is. Denk daarbij maar aan Zuid-Limburg dat vaak als heuvelland wordt betiteld terwijl het in feite een dalenland is. De Maas met haar zijrivieren zoals de Geul, de Gulp en de Voer zijn verantwoordelijk voor het uitslijten en in feite uitdiepen van het gebied. Wat wij in Zuid-Limburg als heuvels zien, zijn in werkelijkheid de hellingen van de dalen. De toppen van de heuvels zijn dan het oorspronkelijke oppervlak van het gebied. De Maas en haar zijrivieren die verantwoordelijk zijn voor die dalen nemen tegenwoordig maar een klein gedeelte van de dalbodem in beslag.

De Colorado heeft een gigantische canyon uitgesleten: de Grand Canyon in Arizona (USA). Erosie in de buitenbocht en sedimentatie in de binnenbocht bij de Dinkel in Twente Het dal van de Maas bij Rijckholt
De Colorado heeft een gigantische canyon uitgesleten: de Grand Canyon in Arizona (USA). Erosie in de buitenbocht en sedimentatie in de binnenbocht bij de Dinkel in Twente Het dal van de Maas bij Rijckholt (Zuid-Limburg)

Tijdens hun tocht naar zee voeren de rivieren puin af. Het water breekt stukken van het omgevende gesteente los die dan worden afgevoerd. Ook wordt gesteente opgelost, bijvoorbeeld kalksteen. Door het water losgewerkte stukken steen en kleiner materiaal worden als ‘werktuigen’ gebruikt om nog meer gesteente los te woelen of als schuurmateriaal te gebruiken. Zelf raken stukken steen afgerond tijdens het transport. Door wervelingen in het water kunnen stenen en fijner materiaal daarbij mee gewerveld worden waardoor kolkgaten in de hardere ondergrond ontstaan.

Wat zwaardere en grotere stenen rollen en glijden met het water mee stroomafwaarts. Zandkorrels bewegen zich in het algemeen stuiterend voort. Ze worden opgetild om dan verderop weer op de bodem te belanden als het water iets rustiger is. Ook raken de zandkorrels aan het wervelen doordat ze elkaar aantikken. Silt en klei worden voor een belangrijk deel zwevend in het water getransporteerd. Ze geven een rivier daardoor nogal eens een modderig aanzien. Van de in het water opgeloste stoffen zien we uiteraard niets.

De rivier Karasjohka in Finland heeft hier heel wat zand afgezet.

De rivier Karasjohka in Finland heeft hier heel wat zand afgezet.

Getransporteerd materiaal wordt vroeg of laat ook weer afgezet. Als de stroomsnelheid afneemt, blijft het grovere materiaal het eerste liggen. Fijne deeltjes kunnen dan nog veel verder komen. Rivieren kunnen op hun weg naar de zee voor flinke pakketten afzettingen zorgen die ze dan later soms weer gedeeltelijk opruimen. Zo kunnen rivierterrassen ontstaan die min of meer als trappen in het terrein zichtbaar zijn. In Nederland zijn de terrassen van de Maas in Zuid-Limburg daar een goed voorbeeld van.

Uiteindelijk monden rivieren in zee (of soms in een meer) uit. Vaak wordt daar dan een delta opgebouwd omdat de stroomsnelheid afneemt en het getransporteerde sediment bezinkt. In woestijngebieden zoals de Sahara kan het voorkomen dat de rivier de zee niet bereikt doordat al het water al eerder verdampt of in de bodem verdwenen is. Zulke woestijnrivieren hebben vaak alleen een tijdelijk karakter. Ze ontstaan na sporadisch voorkomende regenbuien om daarna weer te verdwijnen doordat er geen nieuwe watertoevoer meer plaatsvindt.

Terug naar Rivieren (1)

Tekst en foto's: Jan Weertz
© De Belemniet