De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

IJzer in volksgeloof en volksgeneeskunde

English version English version    Deutsche Version Deutsche Version

De magie van ijzer en van de smid  

Door de eeuwen heen speelde ijzer steeds een bijzondere rol in het volksgeloof en de volksgeneeskunde. Aan ijzer werden magische en geneeskrachtige krachten toegekend. Ook de smid was vroeger in het volksgeloof omgeven door magie en geheimzinnigheid. Hij stond immers in contact met het magische ijzer.

moerasijzererts volksgeloof afweer van het kwaad
Afbeelding 1. IJzer om het kwade af te weren?
 IJzer speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in onder andere het volksgeloof. Speelt het inmetselen van een of enkele blokken moerasijzererts in gebouwen daarbij een rol? Wilde men het kwaad afweren? Of het gebouw een bijzondere kracht meegeven? Losse blokken ijzererts in gebouwen kwamen we op meerdere plaatsen tegen.

In Hauset (België) ligt op de hoek van de Göhlstraße met de Kirchstraße Auberge zur Geul. Deze is gebouwd van grijze kalksteen uit het Onder-Carboon, beter bekend als kolenkalksteen. Het gebruik van kolenkalksteen hoeft niet zo vreemd te zijn want de directe ondergrond bestaat hier immers uit gesteenten uit het Onder-Carboon. Opvallend is de aanwezigheid van een blok moerasijzererts tussen de kalkstenen van de Auberge.

IJzer werd gezien als een goed afweermiddel tegen allerlei soorten magie. Zo bood het bescherming tegen heksen en de duivel. In de loop der tijd en in verschillende gebieden werd het hier op diverse wijzen voor gebruikt. Maar in feite kwam het allemaal op hetzelfde neer. Zo legde men in bepaalde streken een stuk ijzer onder de drempel van de deur of achter de deur. Of onder het bed van kraamvrouwen. Ook stopte men het in de wieg van pasgeborenen. In alle gevallen wilde men zich beschermen tegen onheil en het boze. Ziekten, ongeluk en boze elementen moesten buiten de deur gehouden worden! En vaak waren het die boze elementen zoals demonen, heksen en de duivel zelf die voor de ziekten en het onheil zorgden. Als je die bij de deur kon tegenhouden, was je dus al een heel eind. Maar wilde je ook buiten het huis beschermd zijn, dan droeg je een stuk ijzer op je lijf. 

ijzer volksgeloof Oirschot kerk
Afbeelding 2.  IJzer om het kwade af te weren?
IJzer speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in onder andere het volksgeloof. Speelt het inmetselen van een of enkele blokken moerasijzererts in gebouwen daarbij een rol? Wilde men het kwaad afweren? Of het gebouw een bijzondere kracht meegeven? Losse blokken ijzererts in gebouwen kwamen we op meerdere plaatsen tegen.

De NH kerk van Oirschot (Noord-Brabant, Nederland) aan het Vrijthof is gebouwd van tufsteen. Op enkele plekken in de zijmuren zitten blokken moerasijzererts.

Maar het kwade was een meester in de vermomming. Zo geloofde men dat heksen de vorm van een dier konden aannemen. Raakte men zo’n dier met een stuk ijzer aan dan kreeg de heks weer haar eigen figuur terug. Verder zouden wervelstormen niets anders zijn dan de dansfeesten van heksen. Gooide je een stuk ijzer in zo’n storm dan ging hij liggen want het ijzer verwondde de heksen. En een stuk ijzer dat aan de melk werd toegevoegd tijdens het karnen, zorgde ervoor dat heksen de boel niet konden verpesten.

ijzer volksgeloof Postel
Afbeelding 3. IJzer om het kwade af te weren?
 IJzer speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in onder andere het volksgeloof. Speelt het inmetselen van een of enkele blokken moerasijzererts in gebouwen daarbij een rol? Wilde men het kwaad afweren? Of het gebouw een bijzondere kracht meegeven? Losse blokken ijzererts in gebouwen kwamen we op meerdere plaatsen tegen.

In de kapel van de Abdij van Postel (België) vinden we een enkel blok moerasijzererts in de muur van tufsteen.

De boze blik 

IJzer werd ook gebruikt als bescherming tegen de boze blik ofwel het boze oog. Heksen bijvoorbeeld konden dit boze oog hebben. Daarmee konden ze onschuldige mensen ziek maken, ongeluk brengen en zelfs doden. Vermoedde je dat iemand de boze blik bezat dan kon je ter bescherming een stuk ijzer vastgrijpen of in de hand houden. In sommige gebieden droeg men voor dit doel een ijzeren ring. Dat was gemakkelijk want dan had je 24/7 bescherming! Ook koeien en paarden liet men voor dit doel wel een stuk ijzer of een ijzeren ring om de hals dragen. En in sommige streken hing men bij de bouw van een huis een ijzeren pot of pan in de nabijheid op. Ook die beschermde tegen de boze blik en ander onheil.

ijzer volksgeloof Domkirche St. Blasii Braunschweig
Afbeelding 4. IJzer om het kwade af te weren?
IJzer speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in onder andere het volksgeloof. Speelt het inmetselen van een of enkele blokken moerasijzererts in gebouwen daarbij een rol? Wilde men het kwaad afweren? Of het gebouw een bijzondere kracht meegeven? Losse blokken ijzererts in gebouwen kwamen we op meerdere plaatsen tegen.

Bij de Domkirche St. Blasii in de Duitse stad Braunschweig vinden we maar een enkel blok moerasijzererts. 

De bijzondere rol van spijkers

IJzeren spijkers speelden vaak een belangrijke rol bij magie, genezing en betovering. Men sloeg ze in bomen om van allerlei ziekten af te komen. Maar men kon ze ook gebruiken om iets anders gedaan te krijgen. Zo kon men ze in bomen meppen om bijvoorbeeld iemand te betoveren.

ijzer volksgeloof Heemse Lambertuskerk
Afbeelding 5. IJzer om het kwade af te weren?
IJzer speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol in onder andere het volksgeloof. Speelt het inmetselen van een of enkele blokken moerasijzererts in gebouwen daarbij een rol? Wilde men het kwaad afweren? Of het gebouw een bijzondere kracht meegeven? Losse blokken ijzererts in gebouwen kwamen we op meerdere plaatsen tegen.

De protestantse Witte- of Lambertuskerk in Heemse (Hardenberg) aan de Scholtensdijk. Hier vinden we enkele blokken moerasijzererts: zowel links als rechts van de deur in de toren als op de linker en rechter hoek van de toren. Op de hoeken zijn het  vrij grote blokken.

De herkomst van bepaalde spijkers of gesmede nagels kon de magische kracht ervan vergroten. Had je een spijker die gebruikt was om iemand aan het kruis te nagelen dan had je wel iets bijzonder krachtigs in bezit. Maar ook de nagels van een vergane doodskist waren een uitstekend middel tegen het kwaad en ander onheil. Men sloeg ze bijvoorbeeld in de stal in de balken om de dieren te beschermen. Ook als ze in de voedertrog van het vee geslagen werden, deden ze hun werk. Raakte men iemand met de boze blik ermee aan dan had men niets meer van die persoon te vrezen.

Spijkerkapel Esdonk ijzer spijkers volksgeloof
Afbeelding 6. Spijkerkapel Esdonk
De kapel van de Heilige Maria Magdalena bij Esdonk in Noord-Brabant staat ook bekend als de Spijkerkapel. In de kapel ligt een 17e-eeuws Christusbeeld waarbij men roestige spijkers offert. De gelovigen denken dat deze offers hun van zweren, puisten en uitslag zoals eczeem verlossen. Voor het offeren kan men in de kapel terecht. Mocht deze gesloten zijn dan bestaat ook de mogelijkheid om aan de buitenkant te offeren. Het Christusbeeld is hier afgeschermd door een plaat van plexiglas waarin een gat zit. Daar kan men de spijker door naar binnen stoppen. De vier gesmede, oude spijkers in het houtblok stellen de spijkers voor die gemaakt zouden zijn om Jezus aan het kruis te slaan.

Spijkerbomen 

De bomen waarin men spijkers voor bovengenoemde doelen sloeg, kennen we als spijkerbomen. In Nederland kwamen ze niet zoveel voor. Tegenwoordig kunnen we er alleen nog voor in Yde in Drenthe terecht. In België is het gebruik ervan veel wijder verbreid geweest. Maar ook daar komt nu nog maar een klein aantal van dergelijke bomen voor.

spijkerbomen spijkerboom 's-Gravenvoeren Olne (Saint-Hadelin)
Afbeelding 7. Spijkerbomen
Tot voor kort stond in ’s-Gravenvoeren in Belgisch Limburg een paardenkastanje die als spijkerboom dienst deed (1e en 2e foto). De mensen sloegen er spijkers in om van kiespijn af te komen. Eerst moesten ze wel met de spijker over de pijnlijke plek wrijven. Met het in de boom slaan van de spijker zou deze dan de pijn overnemen. De boom was al langer in een niet meer al te beste staat. Uiteindelijk is hij in 2018 dood gegaan. In Olne (Saint-Hadelin) in de Belgische provincie Luik staat een spijkerlinde (3e en 4e foto). Ook deze boom neemt volgens het volksgeloof de pijn van mensen over als men er een spijker in slaat. Bij een bezoek aan deze boom ziet men naast veel spijkers ook lapjes stof die aan de boom zijn bevestigd. Ook met deze lapjes stof wordt de pijn op de boom overgedragen.

De omgekeerde wereld 

Maar in bepaalde tijden in bepaalde streken leek het wel de omgekeerde wereld. Oud ijzer in huis halen bracht ongeluk. En ploegen kon je maar beter met houten ploegscharen doen want ijzeren exemplaren zorgden voor een mislukte oogst. En een stuk ijzer op de grond laten vallen op Goede Vrijdag betekende ongeluk voor die dag. Maar in feite kwamen al deze dingen weer op hetzelfde neer. 

Maar een ding is zeker. Of ijzer nu bescherming bood tegen het kwade of net de oorzaak van allerlei ellende was: het had een krachtige magische werking.


spijkerbomen Yde ijzer volksgeloof
Afbeelding 8. Spijkerbomen van Yde
 In Yde in Drenthe staat een tweetal spijkerbomen die ook als breukenbomen bekend zijn. Met het slaan van spijkers in de bomen zou men van breuken verlost kunnen worden. De spijkers zijn tegenwoordig nog goed in de bomen te zien. Enkele spijkers zijn in de vorm van een kruis in een van de bomen geslagen (2e foto).

Literatuur

Voor het schrijven van dit item over ijzer in volksgeloof en volksgeneeskunde is voor een deel van de onderstaande werken gebruik gemaakt.
  • Das große Handbuch des Aberglaubens uit 2007 is gepubliceerd door Ulrike Müller-Kaspar. Het verscheen in 2007 in Wenen bij Tosa Verlag
  • Geschichte des Aberglaubens aller Zeiten und Völker van S. Seligmann verscheen in 2012 bij Sarastro Verlag in Paderborn. 
  • De Encyclopedia of Superstitions is geschreven door Edward en Mona Radford. Er zijn in de loop der tijd meerdere uitgaven bij verschillende uitgeverijen verschenen. Recente uitgaven verschenen via de Philosophical Library en via Open Road Media, beide met zetel in New York. De oorspronkelijke uitgave stamt uit 1947.
Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
© De Belemniet