De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

IJzerslakken: hoe zien ze er uit?

Slakken uit de smeedijzerindustrie en hoogovenslakken 

Deutsche Version Deutsche Version

De speld op de afbeeldingen hieronder is 3 cm lang.

In Nederland is al sinds de prehistorie smeedijzer uit moerasijzererts en klapperstenen gewonnen. Het ijzer uit het erts heeft een hoger smeltpunt dan het siliciumdioxide (kiezelzuur) en de andere in het erts voorkomende stoffen. Daardoor zullen dit siliciumdioxide en andere stoffen op een gegeven moment smelten en als ‘slak’ uit de oven wegstromen terwijl het ijzer zelf achterblijft. Wie meer over dit proces wil weten, kan daarvoor de pagina het winnen van ijzer uit moerasijzererts en klapperstenen bekijken.

ijzerslakken aftapoven smeedijzerindustrie
Afbeelding 1. IJzerslakken  (foto rechts) uit een aftapoven. De slak stroomt via een aftapgat uit de oven weg. Op de derde foto is te zien hoe de slak tijdens een experiment uit de oven drupt.

Slakken van de smeedijzerindustrie

Van de ijzerovens waarin dit proces plaatsvond, kennen we twee types wat de soorten ijzerslakken betreft. Enerzijds hebben we de aftapovens (afbeelding 1). Daarbij liet men de slak via een gat onder uit de oven wegstromen. Dit soort slakken heeft een typisch stroompatroon dat doet denken aan weggestroomd kaarsenvet. Anderzijds zijn er de kuilovens (afbeelding 2). Daarbij werd de slak in een kuil onder de oven opgevangen. Hierdoor zag deze er anders uit. Van deze grote slakkenklomp vinden we vaak fragmenten terug. De slakgedeelten die aan de zijkant van de kuil terechtkwamen, kregen een ietwat druipkaarsachtig aanzien. Andere slakgedeelten konden er echter amorf uitzien. 

ijzerslakken kuiloven smeedijzerindustrie
Afbeelding 2. IJzerslakken uit een kuiloven (foto rechts) kunnen er druipkaarsachtig of amorf uitzien. De slak komt hier in een kuil onder de oven terecht.

Hoogovenslakken

Naast de methode om smeedijzer te winnen, bestaan er ook procédés waarbij het ijzererts in zijn geheel vloeibaar gemaakt wordt om het ijzer van het restgesteente te kunnen scheiden. Dit gebeurt in zogenaamde hoogovens. Hoogovens kwamen echter pas vrij laat in de geschiedenis in zwang. De slakken die bij dit proces ontstonden (afbeelding 3 - 4 - 5), zien er heel anders uit dan de slakken die we van de meer primitieve smeedijzeroventjes kennen. Ook bij deze procédés zien de slakken er niet altijd hetzelfde uit. We komen zowel hoogovenslakken met een glasachtige massa als slakken met een grovere structuur tegen.

hoogovenslakken ijzerslakken Luxemburg
Afbeelding 3. Hoogovenslakken als verharding voor de spoorbaan in Zuid-Luxemburg. Deze slakken hebben een grove structuur en zien er overwegend grijs uit.

hoogovenslakken ijzerslakken hoogoven
Afbeelding 4. Verscheidene soorten hoogovenslakken. De slak links lijkt enigszins op een vulkanische slak. De slakken op de andere foto's hebben een glasachtige structuur. Ze hebben een groene tot zwarte kleur.

ijzerslakken hoogovenslakken obsidiaan
Afbeelding 5. Links op de eerste foto is een van de slakken van afbeelding 4 te zien. Op het eerste gezicht zou men dit soort slakken kunnen verwarren met obsidiaan (rechts op de eerste foto) die we ook wel als vulkanisch glas kennen.
Wagons voor het transport van vloeibaar ijzer / vloeibare ijzerslak bij Fond-de-Gras in Luxemburg (tweede foto) en bij Jünkerath in Duitsland (derde foto) als stille getuigen van de ijzerindustrie uit het verleden. 

Tekst : Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
© De Belemniet