|
|
Sporen van de ijstijd
Zwerfstenen op
het Bosquetplein in Maastricht (NL)
Zwerfstenen uit het noorden
In
onder andere het noorden en midden van Nederland en het aangrenzende
Duitsland vinden we vele, vaak grote, zwerfstenen die hier aan het eind
van de voorlaatste ijstijd
(het Saale-glaciaal, ook wel Saale-ijstijd
genoemd) zijn achtergelaten door de smeltende gletsjers. De meeste van
de grote zwerfstenen komen uit Scandinavië. Als we vanaf het
midden van Nederland verder naar het zuiden van het land gaan, komen we
ook grote zwerfstenen tegen. Daar zijn echter tijdens de glacialen
(‘ijstijden’) nooit gletsjers geweest. Deze
zuidelijke zwerfstenen zijn afkomstig van vooral de Maas.
Zwerfstenen uit het zuiden
Als we de
geschiedenis van de Maas van de laatste honderdduizenden jaren
bekijken, zien we dat de rivier behoorlijk gezworven heeft. Ze stroomde
toen vaak in heel andere delen van het landschap dan waar we ze nu
vinden. Daardoor komen we Maasgesteenten met vaak grote zwerfstenen
tegen op plekken waar de rivier nu helemaal niet meer te bekennen
is.
Rivieren transporteren stenen met
behulp van ijs
Maar hoe heeft de rivier die soms duizenden kilo’s zware
stenen kunnen transporteren? Dat heeft weer te maken met de koude die
tijdens de glacialen ofwel ijstijden heerste. Rivieren konden daardoor
helemaal dichtvriezen waarbij stenen op de bodem ervan in ijs werden
gekapseld. Als het later dan ging dooien, gingen de ingekapselde stenen
in het water zweven of zelfs drijven doordat de combinatie steen-ijs
lichter was dan water. Als uiteindelijk verder stroomafwaarts zoveel
ijs rond de steen was gesmolten dat het soortelijk gewicht van de
steen-ijs-combinatie groter werd dan het soortelijk gewicht van het
rivierwater, dan zonk de steen naar de bodem (afbeelding
1).
Op deze manier konden
zware stenen uit de Ardennen in België en Noord-Frankrijk naar
Nederland en noordelijker delen van België worden
vervoerd.
|
Afbeelding
1. Een
experiment met het
transport van grote stenen
door een rivier. We leggen een steen in een bakje met water en zetten
dit in de diepvriezer. We krijgen dan een ijsklomp met een steen erin.
Die leggen we in een bak met water. Het geheel heeft een soortelijk
gewicht dat lager is dan dat van water. Hierdoor drijft het. Als een
deel van het ijs wegsmelt, wordt het soortelijk gewicht groter dan dat
van water. Het geheel zinkt naar de bodem. Als al het ijs is
weggesmolten, blijft de steen op de bodem achter. Zo konden grote
stenen door de Maas over een aanzienlijke afstand worden
getransporteerd. |
Dichtvriezende rivieren in het
recente verleden
Geheel dichtvriezende rivieren die het transport van grote stenen
mogelijk maakten, is niet zo ongelofelijk als het misschien wel klinkt.
Ook na de ijstijden zijn rivieren regelmatig tijdens perioden met
strenge vorst blijven dichtvriezen. In het recente verleden gebeurde
dat nog. Zo vroren tijdens de vorige (20e) eeuw in de winter nog
regelmatig waterwegen in Nederland dicht en zaten veel
binnenvaartschepen soms lange tijd muurvast in het ijs. In de winter
van 1962/1963 staken auto’s zelfs via het ijs de Lek over. In
1996 zagen we nog verscheidene mensen te voet de dichtgevroren Lek bij
Beusichem oversteken. Dat zijn gegevens die in deze tijd van
klimaatverandering wellicht wat onwerkelijk lijken maar ze geven wel
een idee van dichtvriezende rivieren die transport van grote
zwerfstenen mogelijk maakten. Enkele van die grote zwerfstenen stonden
oorspronkelijk bekend als de zwerfstenen van Caestert.
Waar vinden we de
zwerfstenen?
Deze zwerfstenen staan opgesteld op het Bosquetplein bij het
Natuurhistorisch Museum in Maastricht (Zuid-Limburg,
Nederland).
|
Afbeelding
2. De zeven zwerfstenen bij het Natuurhistorisch
Museum op het Bosquetplein in Maastricht. |
Iets meer over de zwerfstenen
zelf
In totaal gaat het om zeven zwerfstenen (afbeelding
2). Vijf daarvan vinden we op het
pleintje zelf. De andere twee staan aan beide kanten van de ingang naar
het museum. Ze zijn allemaal afkomstig uit oude Maasafzettingen en
tijdens het Pleistoceen vanuit de Ardennen naar de omgeving van het
huidige Maastricht gevoerd. Een van de stenen staat al sinds 1937 op
deze plek. Hij was het jaar daarvoor gevonden op het terrein van de
ENCI (cementfabriek) waar de deklaag werd afgegraven om bij de
kalksteen voor de cementfabricage te komen. De zes andere zwerfstenen
zijn pas later op het pleintje terecht gekomen. Maar ook deze stenen
zijn gevonden tijdens graafwerkzaamheden bij de ENCI op Nederlands
gebied, even ten noorden van de grens met België. De
Belgisch-Nederlandse Wetenschappelijke Commissie voor de bescherming
van de Sint-Pietersberg heeft de vondsten daarna opgesteld op het
binnenplein van het kasteel van Caestert, even over de grens in
België. In 1960 verschijnt daarna bij de commissie een
publicatie over de stenen (De zwerfstenen van Caestert door dr. B. van
de Poel). Maar het kasteel raakte steeds verder in verval. Eind 1966
stortte de toren ervan in waarna verdere sloop volgde. Resterende
bebouwing verdween uiteindelijk in 1972. Voor de zwerfstenen liep het
gelukkig goed af. Ze gingen in 1979 terug naar Nederland en kregen daar
hun huidige standplaats op het Bosquetplein.
In de publicatie van Van de Poel lezen we dat het bij deze
‘zwerfstenen van Caestert’ op het Bosquetplein gaat
om twee zandstenen (zandsteen van Wepion, zandsteen van Burnot), twee
conglomeraten (conglomeraat van Tailfer en
conglomeraat van Burnot) en
twee kwartsieten. Ze stammen allemaal uit het Devoon. De grootste van
deze zes zwerfstenen weegt ongeveer vier ton.
Grote zwerfstenen van de Maas
geen zeldzaamheid
Grote zwerfstenen die door de Pleistocene Maas naar Maastricht en
omgeving zijn aangevoerd, zijn geen zeldzaamheid. We treffen ze er op
meerdere plekken aan. Ook tijdens de aanleg van de Koning
Willem-Alexandertunnel in de A2 bij Maastricht tussen 2011 en 2016
kwamen enkele tientallen grote zwerfstenen van de Maas tevoorschijn.
Bij de beschrijving van de
locatie is sprake van een momentopname. De kans bestaat dat de
situatie
en het aanzien op een later tijdstip niet meer hetzelfde zijn. Beschouw
de vindplaatsgegevens dan ook als richtlijnen die in mindere of
meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig vooraf aan de hand
van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt met de werkelijkheid.
Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
|
|