|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Vulkanische' bronnetjes in de Eifel (Vulkaneifel - Duitsland)Over mineraalwaterbronnen, mofetten en opborrelend kooldioxideHoewel in het verleden heel wat vulkanen in de Eifel in Duitsland zijn uitgebarsten, is op dit moment van actief vulkanisme geen sprake in het gebied. Toch borrelt het er nog steeds. Verantwoordelijk hiervoor is kooldioxide (CO2) ofwel koolstofdioxide dat we in meerdere tientallen mineraalwaterbronnen aan de oppervlakte kunnen zien komen. Op een aantal plaatsen wordt dit mineraalwater op grote schaal voor consumptie gewonnen. De meeste bronnetjes zijn echter kleinschalig en niet van economisch belang. Om ze te vinden, moeten we vaak het veld of bos in. Maar we komen ze ook regelmatig in de Eifeldorpjes zelf tegen. Voor de herkomst van de mineraalwaterbronnen moeten we een kijkje in de bodem nemen. Regenwater dat in die bodem terechtkomt, zal na verloop van tijd deel gaan uitmaken van het mineraalwater. Eerst zinkt dit regenwater weg in de bovenste lagen die bestaan uit losse Kwartaire sedimenten en de verweerde bovenkant van Devonische gesteenten (voornamelijk zandstenen en leistenen) eronder. Soms komt dit inmiddels zwak gemineraliseerde water weer bovengronds in dalwanden en andere lager gelegen delen. Een ander deel van het water sijpelt via kloven en spleten in het vaste Devonische gesteente verder de diepte in. Daar komt het in contact met opstijgend kooldioxide (CO2). Aan de basis van dit kooldioxide staat magma dat op zo’n honderd tot honderdvijftig kilometer diepte gevormd wordt. Dit magma stijgt langzaam op maar het bereikt tegenwoordig niet meer de oppervlakte. Op zijn weg naar boven koelt het weer langzaam af. Bij dat afkoelen komt onder andere kooldioxide vrij.
Als het grondwater en de kooldioxide met elkaar in contact komen, vermengen ze zich. Daarnaast lost ook een deel van de kooldioxide op in het water en ontstaat koolzuur. Dit koolzuur kan mineralen uit het gesteente in de bodem oplossen waardoor het water mineraalrijk wordt. Door de vermenging van water met kooldioxide is een soort water ontstaan dat een lager soortelijk gewicht heeft dan het kooldioxide-arme water in de omgeving. Het kan dan naar de oppervlakte opstijgen en zo ontstaan bronnetjes met koolzuurhoudend mineraalwater. Een bron is een mineraalwaterbron als er per duizend gram water tenminste één gram opgeloste vaste of gasvormige stoffen aanwezig is. Als het mineraalwater een natuurlijk kooldioxidegehalte van meer dan tweehonderdvijftig milligram per kilo heeft, dan spreekt men in Duitsland van ‘Sauerbrunnen’ of ‘Säuerlingen’. Bij mineraalwaterbronnen komen we vaker een roodbruine verkleuring op de bodem tegen waar het bronwater naar buiten treedt en wegstroomt. Deze kleur wordt veroorzaakt door uit het water afkomstige geoxideerde ijzerverbindingen. Ze zijn in diepere aardlagen door de zure werking van het koolzuurhoudende water opgelost en mee naar de oppervlakte gevoerd. Het opstijgend kooldioxide komt niet altijd grondwater tegen. We zouden kunnen zeggen dat het dan ‘droog’ aan de oppervlakte komt. In zulke gevallen spreken we van mofetten. Als deze mofetten zich onder een oppervlaktewater bevinden – bijvoorbeeld een meer of een rivier – dan zien we het gas van daaruit als luchtbellen opstijgen. Dit verschijnsel kunnen we onder andere waarnemen aan de oostoever van de Laacher See (afbeelding 2), niet ver van Mendig in de Osteifel. De Laacher See is een kratermeer dat zo’n 13.000 jaar geleden ontstond na de uitbarsting van een vulkaan.
Met mofetten is het trouwens oppassen geblazen. Een toename van de concentratie met maar enkele procenten kan al levensgevaarlijk zijn voor mens en dier. Blootstelling aan een concentratie van 0,5% is op de wat langere duur al niet meer geheel veilig. Een concentratie van 8% is al na korte tijd dodelijk. Doordat kooldioxide zwaarder is dan lucht, kan het zich in lagere delen van het landschap en in ondergrondse ruimten ophopen. Vooral kleinere dieren die zich nietsvermoedend bij mofetten ophouden, sterven er al na enkele minuten. Hun op die plekken niet zo snel ontbindende lijkjes kan men er regelmatig tegenkomen. In tegenstelling tot mens en dier doen sommige plantensoorten zoals riet, pitrus en zegge het goed in de buurt van mofetten. Op sommige plaatsen in de Eifel kan men daardoor al bedacht zijn op de aanwezigheid van mofetten bij het zien van dergelijke vegetatie. Wie meer over het fenomeen van CO2 in de natuur wil weten, kan daarvoor op deze website terecht bij de pagina koolstofdioxide (CO2) ofwel kooldioxide als geologisch fenomeen. In de loop der tijd kwamen we op meerdere plaatsen kleinschalige kooldioxide- en mineraalwaterverschijnselen in de Eifel tegen. Een aantal van deze plaatsen wordt in het onderstaande wat nader bekeken. Sommige van die plaatsen werden meerdere malen bezocht (vaak om er voor de consumptie mineraalwater te tappen) of werden pas na lange tijd een tweede keer bekeken. Daarbij kregen we soms met een veranderde situatie te maken. Waar dat het geval is, wordt dit vermeld. Het maakt duidelijk dat bij de beschrijving van locaties sprake is van momentopnames. Routebeschrijvingen zijn alleen opgenomen om de locatie te kunnen duiden, het zijn geen routesuggesties. Iedereen bepaalt uiteraard zelf of men per auto, per fiets of te voet door het gebied gaat en via welke paden of wegen men de locaties opzoekt. Afstand en bereikbaarheid van de locaties bepalen daarbij mede de mogelijkheden/onmogelijkheden. Bij veel toeristeninformatiepunten, sommige boekenwinkels en musea in de Eifel zijn goede wandelkaarten (Wanderkarte des Eifelvereins – schaal 1:25.000) verkrijgbaar die het vinden van de locaties kunnen vergemakkelijken. Niet bij alle bronnen kan het water gedronken worden. Gebruik je gezonde verstand en drink niet van het water als je niet zeker van je zaak bent of als je denkt dat het je nadelig kan beïnvloeden. Houd er rekening mee dat door bijvoorbeeld veranderende bodemomstandigheden de drinkbaarheid in de loop der tijd kan veranderen. Sauerbrunnen Gees (ook wel Geeser Drees genoemd) Vanuit Gerolstein komende, volgen we in Gees de Geeser Straße in oostelijke richting. Aan het eind van het dorp gaat links een klein weggetje naar beneden. Het weggetje draait een meter of dertig verderop naar rechts. Hier staat een houten richtingwijzer die naar “zum Drees” wijst. We volgen het veldweggetje zo’n tweehonderd meter waarna we bij de mineraalwaterbron (afbeelding 3) arriveren. Rondom de bron hebben geoxideerde ijzerverbindingen de bodem roodbruin gekleurd. In het water van de bron zien we kooldioxidebelletjes naar boven borrelen. Vanuit de bron stroomt het water door een sterk roodbruin gekleurde afvoergoot naar een afvoerputje. Tijdens een eerste bezoek in 2006 was de bron open. Als we er in oktober 2024 weer komen blijkt er een rooster op te liggen. Het woord ‘Drees’ in Geeser Drees kom je in de Eifel vaker tegen. Het wordt wel gebruikt om sterk koolzuurhoudende mineraalwaterbronnen mee aan te duiden.
Am Altstraßbach Als we via de B421 van Walsdorf naar Zilsdorf gaan, kunnen we in dat laatste plaatsje rechtsaf via de Talstraße in de richting van Betteldorf. Na iets meer dan een kilometer loopt links een nauwelijks herkenbaar veldweggetje naar de bosrand. Aan het begin van dit weggetje kan geparkeerd worden. Als we dit veldweggetje volgen, vinden we na ongeveer honderd meter links de ‘mofettenbron’ (afbeelding 4+5). Een trap leidt omlaag naar een soort kelder die is afgesloten met een ijzeren traliehek. Achter het traliehek kunnen we de eigenlijke mofettenbron zien. Water wordt er hier nauwelijks geproduceerd, maar daarom is het een mofettenbron en geen mineraalwaterbron. Het geborrel van het kooldioxide is echter duidelijk hoorbaar. Het kleine beetje water dat er tevoorschijn komt heeft namelijk een kooldioxidegehalte van 3500 mg per liter. De bron werd in de jaren veertig van de vorige eeuw tijdens bouwwerkzaamheden voor de Westwall ontsloten. Vanwege het kooldioxidegevaar is voorzichtigheid op deze plek zeker geboden want het gas kan zich op lager gelegen plekken zoals hier ophopen. Inademen ervan kan al snel tot de dood leiden. Tijdens een bezoek in 2006 zien we twee dode vogeltjes, een dode muis en een dode kikker in het ‘keldertje’ liggen die zijn gestorven doordat ze nietsvermoedend in de laag kooldioxide terechtkwamen. Tijdens een bezoek in oktober 2024 treffen we iets hoger – tussen de trap en het toegangshek naar het ‘keldertje’ een dood roodborstje aan. Om het dodelijke gas aan te tonen, doen we een proef met een kaars. We laten de brandende kaars langzaam in het keldertje zakken. Op zo’n tien tot vijftien centimeter van de bodem gaat het vlammetje plotsklaps uit door zuurstofgebrek als het in de onzichtbare kooldioxidelaag zakt. De dikte van die laag kan variëren; ze hangt af van de mate waarin het CO2 zich met de lucht in de omgeving kan vermengen. Als het windstil is en er weinig bezoekers bij de bron geweest zijn (lopende mensen laten de lucht bewegen), kan de laag dus dikker zijn. Onder andere ook de luchtdruk kan een rol spelen. Bij een lagere luchtdruk kan het gas gemakkelijker naar buiten treden dan bij een hogere luchtdruk. Bij deze bron 'Am Altstraßbach' schijnt die CO2-laag zo'n twintig centimeter dik te kunnen worden, ook buiten het ijzeren hek. Dat werd al aangetoond door het dode roodborstje. Wees dus voorzichtig als bij het bezoek bijvoorbeeld honden aanwezig zijn want die snuffelen nogal eens graag aan de grond. Ook kan het geen kwaad om kleine kinderen in de gaten te houden.
Sumpfquelle Oberehe (ook wel Sumpfquelle Naßwies genoemd) Vanuit Dreis-Brück gaan we via de B421 in de richting van Oberehe-Stroheich. We passeren de bottelarij (fabriek) van de Nürburg Quelle. De weg draait dan naar rechts. Niet veel verder ligt rechts een parkeerplaats. Ongeveer honderd meter voor deze parkeerplaats gaat rechts een veldweggetje tussen de bomen naar beneden. Het weggetje gaat langs een waterzuiveringsinstallatie. Direct daarachter ligt links een moerassige laagte. Een wegwijzer duidt ons aan dat een honderd meter verder de ‘Sumpfquelle’ (afbeelding 6) moet liggen. Tijdens bezoeken aan deze locatie in 2004 en 2011 lag op de aangegeven plek nog een plankenpad dat naar het brongebied met de bronnetjes voerde. Als we in oktober 2024 de locatie weer bezoeken, is dit plankenpad verdwenen. Wat op de betreffende plek rest is alleen nog maar een vrijwel onleesbaar geworden informatiebord en een prullenbak. De bank die er vroeger stond is ook verdwenen. De bronnetjes troffen we vroeger aan waar ooit het einde van het plankenpad was. Tussen de vegetatie waren daar enkele plekken waar matig gemineraliseerd water met een hoog kooldioxidegehalte opborrelde (en nu ook nog wel opborrelt). Door de oranje kleur van de geoxideerde ijzerverbindingen waren de plekken goed te vinden. De bronnetjes met kooldioxidegas maakten rare ‘piepende’ geluiden. Om alles van dichtbij te bekijken en te beluisteren, hielden we de adem in want het kooldioxidegevaar was hier zo dicht bij de grond natuurlijk niet denkbeeldig. Kooldioxide heeft in het verleden in de Eifel al mensenlevens gekost. De bronnetjes zijn er nog wel maar de bereikbaarheid en het vinden ervan vormen hier nu echt een probleem.
Vulkania Heilquelle Dreis-Brück Vanuit Dreis-Brück gaan we via de B421 in de richting van Oberehe-Stroheich. We passeren de bottelarij (fabriek) van de Nürburg Quelle. Net voor de bocht naar rechts, gaat links een weggetje het veld in. Na ongeveer 150 meter zien we dan rechts een kapelletje liggen met ernaast het tappunt van de Vulkania Heilquelle (afbeelding 7). Bij het tappunt staat een bord dat vermeldt dat het hier om een door de staat erkende geneeskrachtige bron gaat. Op het bord staat een analyse (van 14 juni 2022) van de inhoud van het water en ook wordt vermeld waar het allemaal voor gebruikt kan worden. Verder lezen we dat het geneeskrachtige water niet als gewoon drinkwater beschouwd moet worden. Er wordt aangeraden om er maximaal één liter per dag van te drinken. In de loop der jaren bezochten we deze bron regelmatig en tapten dan steeds weer een fles water dat we ons goed lieten smaken. Door het sterk ijzerhoudende karakter van het koolzuurhoudende water heeft het een bijzondere en krachtige, prikkelende smaak. Soms produceert het tappunt een flinke straal mineraalwater, soms is het maar een klein, steeds onderbrekend straaltje en we hebben zelfs al meegemaakt dat er vrijwel niets uit kwam. Het vullen van de fles kan dan wel even duren.
Steinborner Quelle (Steinborner Drees) Voor de Steinborner Quelle (afbeelding 8) gaan we naar Steinborn dat ongeveer drie kilometer noordwestelijk van Daun ligt. De bron ligt daar langs de Steinborner Straße bij het pleintje Am Hippersbach. Het bronhuis heeft een bijzondere vorm die het karakter van het fenomeen dat we hier zien goed verduidelijkt. Boven de bron zit een cilindervormig kijkglas waarin het kooldioxide houdende water door de gasdruk in straaltjes omhoog spuit. Vanuit het tappunt stroomt het water in een trechter om dan bij de bodem in een afvoerputje te verdwijnen. Zowel de trechter als het rooster op de bodem zijn door geoxideerde ijzerverbindingen roodbruin gekleurd. Het water van deze bron schijnt goed drinkbaar te zijn maar dat hebben we nog niet uitgeprobeerd. Een meter of twintig verder oostelijk, aan de rand van het pleintje kan het fenomeen van op opborrelend kooldioxide ook nog goed bekeken worden. Naast een bontzandstenen kruis bevindt zich daar een put met een rooster erop. In de put zie je niet alleen het kooldioxide door het water opstijgen, je hoort er ook goed het geborrel waarmee dit gepaard gaat. Het gaat er behoorlijk wild aan toe. Het lijkt wel of het water kookt (wat natuurlijk niet het geval is).
Niederstadtfelder Quelle Ten zuiden van Niederstadtfeld, net buiten het dorp, aan de rechterkant van de L27 komen we bij de Niederstadtfelder Quelle (afbeelding 9). Deze ‘Säuerling” bevat maar liefst vijftien maal de hoeveelheid kooldioxide die nodig is om een bron ‘Säuerling’ te noemen. Bij ons eerste bezoek aan deze bron in 2006 ontmoeten we er een man met een rekje met zes lege flessen. Hij vult de flessen en nodigt ons uit om ook eens van het water te proeven. Het koele, prikkelende en ijzerrijke water blijkt heerlijk te smaken. Qua smaak lijkt het op het water van de Vulkania Heilquelle. De man vertelt ons dat hij hier iedere dag water voor zichzelf en andere dorpsbewoners komt halen. Wij zullen in de loop der jaren hier ook regelmatig onze fles vullen.
'Der Brubbel' ofwel 'Wallender Born' Het plaatsje Wallenborn ligt op zo’n 10 tot 11 kilometer zuidwestelijk van de stad Daun. Overal in Wallenborn en zijn omgeving dringt kooldioxide aan de oppervlakte. Daardoor komen we er meerdere mineraalwaterbronnen en mofetten tegen. Een dergelijk geconcentreerd voorkomen van mineraalwaterbronnen is uniek in de Eifel. Van al deze bronnen en mofetten is ‘der Brubbel’ (afbeelding 10 t/m 13) ofwel de ‘Wallender Born’ het meest bekend. Hij bevindt zich op de hoek van de Weidenbacher Straße met de Neue Straße.
Toen we der Brubbel in 1994 voor het eerst bezochten, bestond hij uit een met bazaltzuiltjes omgeven bekken van zo’n twee meter in doorsnede waarin zich water bevond. Op gezette tijden begon dat water woest te borrelen (te ‘brubbelen’) en te bruisen doordat kooldioxide in grote hoeveelheden naar de oppervlakte kwam. Dat er niet alleen kooldioxide aan de oppervlakte kwam, maar ook zwavelwaterstof was te ruiken aan de lucht van rotte eieren. Na een sanering van de bron die in 2001 werd afgerond, barst der Brubbel iedere 35 minuten als een koudwatergeiser uit. Dat gebeurt in twee fasen. Bij de eerste fase – die minder dan een halve minuut duurt – ontsnapt heel snel veel kooldioxide waardoor een waterzuil tot zo’n drie meter in de hoogte spuit. Bij de tweede fase blijft de bron minutenlang borrelen waarbij een grote hoeveelheid water worden uitgebraakt dat deels via een afvoergoot in de nabijgelegen Kirbach stroomt. Aan de roodbruine kleur rond der Brubbel is te zien dat dit water veel ijzer bevat. Na meerdere minuten zakt het waterniveau in de bron weer.
Oorspronkelijk was der Brubbel een mofette. In de dertiger jaren van de vorige eeuw besloot men om door middel van een boring de productie van mineraalwater op gang te krijgen. Dat leverde op een diepte van 38 meter resultaat op: water met kooldioxide kwam naar de oppervlakte. De productie van mineraalwater bleek na de boring echter economisch geen haalbare kaart. Na de Tweede Wereldoorlog stak nog steeds een stuk pijp van de boring boven de oppervlakte waaruit kooldioxide tevoorschijn trad. Het kwam toen vaker voor dat vogels die op die pijp gingen zitten, door de aanwezigheid van het kooldioxide om het leven kwamen.
Der Brubbel die wij er bij ons eerste bezoek aantroffen, heeft tussen 1975 en 1983 zijn vorm gekregen, waarna hij dan na de sanering van 2001 de koudwatergeiser werd die we nu nog steeds kennen. Het is dus niet helemaal een natuurlijke koudwatergeiser want hij is pas ontstaan na menselijk ingrijpen. Wel is het zo dat het fenomeen ‘geiser’ op deze plaats kon ontstaan door een niet doorlaatbare kleiige laag in de bodem. Onder deze laag hopen zich gas en grondwater op.
Als op een gegeven moment het grondwater met erin opgelost kooldioxidegas verzadigd is, is alleen nog maar extra uit de diepte opstijgend gas nodig om de belasting van het water met kooldioxide te overschrijden. Het kooldioxide ontsnapt dan als een soort gasbel uit het water. Op zijn weg naar boven sleurt het water mee waardoor de geysir kan ontstaan. Daar komt nog bij dat de druk van de waterzuil naar de oppervlakte toe afneemt, waardoor de gasblazen zich steeds verder kunnen uitdijen om dan met water en al naar buiten ‘te ploffen’. Dichter bij huis kennen we dit verschijnsel ook wel als een fles mineraalwater die iets teveel geschud heeft, opengedraaid wordt. Water en gas spuiten er dan ook uit als de druk wegvalt. In 1994 was het bezoek aan der Brubbel nog gratis. Tegenwoordig moet echter entree betaald worden. Quelle Am Laubachshof Vanuit Zilsdorf komende, volgen we de B421 in oostelijke richting. Voorbij de afslag links naar de L68, gaat de B421 een wat kronkelig traject naar beneden volgen. Net voor Oberehe-Stroheich ligt rechts een kleine parkeerplaats. Hier ligt ook de Quelle Am Laubachshof (afbeelding 14). Uit een ronde opbouw met een deksel – zoals je dat ook wel bij oude waterputten ziet – steekt een buisje waaruit we (oktober 2024) een miezerig waterstroompje zien komen. Even later is dat waterstroompje zelfs gereduceerd tot een gedruppel. Er komt nauwelijks meer iets uit het buisje. Blijkbaar is dit normaal want het informatiebord bij het bronnetje laat weten dat de geringe waterproductie na een langere droge periode zelfs helemaal kan ophouden. Het bronnetje staat dan droog. Zoals bij zoveel bronnetjes in de Vulkaneifel, is ook hier op de plek waar het sterk gemineraliseerde en koolzuurhoudende water naar buiten treedt de roodbruine kleur te zien die wordt veroorzaakt door de ijzerverbindingen in het water. Zowel het informatiebord als een apart bordje bij de bron maken duidelijk dat het hier niet om drinkwater gaat.
Helenenquelle Gerolstein Voor de Helenenquelle (afbeelding 15) gaan we naar het Kyllpark (Stadtpark) in Gerolstein. Deze mineraalwaterbron werd voor het eerst bezocht in 2007. Daarna volgde regelmatig een nieuw bezoek om een fles mineraalwater te tappen. In dit water is nauwelijks ijzer aanwezig. Daardoor smaakt het minder ‘sterk’ dan het water van de Vulkania Quelle en Niederstadtfelder Quelle. Op het infobord bij de bron is te lezen dat deze is aangeboord op zo’n 117 meter diepte in vooral kalk- en dolomietgesteenten uit het Midden-Devoon. Daardoor zit er nogal wat kalk en magnesium in het water. Het infobord vertelt verder dat het water door zijn typische mineralisatie erg goed is voor het maag- en darmkanaal van de mens. Tijdens een van de bezoeken aan de Helenenquelle – midden in de winter – om de fles te vullen, stond het tappunt droog. Hoe dat kon, was niet duidelijk. Omdat er vlakbij een politiepost was, werd daar navraag gedaan. En wat bleek: in de winter werd het tappunt afgesloten om bevriezen te voorkomen. Een tijd later was de complete Helenenquelle zoek. Men bleek ze verplaatst te hebben want na kort zoeken werd ze een klein stuk verderop in het park teruggevonden. En nog een tijd later werd een klein bordje op de steen van het tappunt bevestigd waarop staat dat de bron in bedrijf is van april tot oktober tussen 7.00 en 21.00 uur. Tijdens ons bezoek op 15 oktober 2024 stroomde hij nog en kon de fles weer gevuld worden.
Ga naar 'Vulkanische' bronnetjes in de Eifel (Osteifel - Duitsland)Literatuur • Eschghi, I et al.
– Begleitbuch zum GEO-Pfad der
Verbandsgemeinde Hillesheim/Vulkaneifel – oktober
2000 'Vulkanische' bronnetjes in de Eifel (Duitsland) bevat aangepaste en uitgebreide tekstdelen uit ons artikel Eifelbronnetjes met een vulkanisch trekje (zie de literatuurlijst).
Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
© De Belemniet |