
|
Afbeelding
1. Prehistorische boortjes. De speld is drie
centimeter lang. |
Boortjes
Vuurstenen
boortjes konden gebruikt worden om gaten te maken in huiden (leer),
gewei, been, hout en zelfs in bepaalde steensoorten. Hoewel hier over
boortjes wordt gesproken, wil dit niet zeggen dat het altijd erg kleine
werktuigjes waren; ook grotere boren zijn bekend. Deze zouden gebruikt
kunnen zijn om kleine gaatjes te vergroten of om harder materiaal te
doorboren. Boortjes konden ook als een priem gebruikt worden.
Doordat
ze spitse en soms langwerpige uiteinden hebben, is de kans groot dat
bij het werken met zulke boortjes stukjes afsplinteren. Dat vormt
echter niet vaak een probleem en de boor kan gewoon als zodanig
gebruikt blijven worden.
Een boor maken hoeft niet veel tijd in beslag te nemen. Meestal zijn ze
binnen enkele minuten uit een afslag te vervaardigen.

|
Afbeelding
2. Prehistorische AA-stekers.
Zie voor verdere uitleg de tekst hieronder. |
Stekers
Om
een steker te maken kon ook een afslag gebruikt worden. Van die afslag
werd een zogenaamde stekerafslag verwijderd. Zo'n stekerafslag is in
feite een heel klein klingetje. Door het verwijderen ontstond een vlak
met een beitelvorm, waar goed mee gekerfd worden. In dit geval spreken
we van een A-steker (de A staat voor de kleine afslag die verwijderd is
om de steker te maken. Naast deze A-steker komen we AA-stekers tegen.
Daarbij zijn in feite twee kleine afslagen verwijderd. En als derde
bestaan er nog RA-stekers (waarbij RA staat voor retouche-afslag). Het
vlak waarvan de afslag werd verwijderd is dan door retoucheren
geprepareerd.
Beeldverhaal
Het maken van een
benen naald en een polsbeschermer met een vuurstenen steker en boortje
 |
Afbeelding
3. Het maken van een benen naald met een
steker en een boortje
Voor dit doel hebben we spareribs gegeten. Daarna werden de
achtergebleven
vleesresten van het bot af gekookt en de ribjes
enkele dagen in water geweekt. De ruwe naaldvorm kon met een
steker in het zachte bot gekerfd worden, waarna hij eruit gewipt werd. (Zie
verder bij afbeelding 4) |
 |
Afbeelding
4. (Vervolg op afbeelding 3)
Op een stuk zandsteen werd de naald
vervolgens verder in vorm geschuurd. Tot slot is
met een boortje een gaatje (het oog) erin aangebracht. De rechter foto laat naald en boortje zien. |
 |
Afbeelding
5. Het maken van een polsbeschermer
(polsbescherming bij boogschieten)
Hiervoor is een stukje daklei gebruikt. Eerst hebben we de vorm erop
getekend. Daarna werden met een boortje de gaatjes erin gemaakt die
nodig zijn om de polsbeschermer met een draad aan de pols te
bevestigen. Vervolgens
werd (foto rechts)
de ruwe vorm met een steker uitgekerfd (zie
voor het vervolg afbeelding 6). |
 |
Afbeelding
6. (Vervolg
op afbeelding 5) Het uitkerven van de ruwe vorm met een
steker. De zijkanten werden op een
stuk zandsteen effen geschuurd (afbeelding 7). |

|
Afbeelding
7. Na het schuren van de zijkanten van de
polsbeschermer zijn de uiteinden van de lange zijden eveneens door
schuren afgerond. De meest rechter foto laat een prehistorische
polsbeschermer zien uit het LVR-LandesMuseum Bonn (Duitsland). |

|
Afbeelding
8. Twee manieren waarop een polsbeschermer aan de
arm bevestigd kan worden. Deze polsbeschermer heeft een dubbel set
gaatjes. |
Meer weten
over
vuursteen en het gebruik van vuursteen toen en nu?
Meer weten
over prehistorische werktuigen van vuursteen?
Ga dan naar de index
met alles over vuursteen.
Tekst
en foto's: Jan Weertz