De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

Geologie langs de Ahr (1)

Een stuk aardgeschiedenis in het Rijnleisteengebergte

Deutsche Version Deutsche Version

De bron van de Ahr in Blankenheim

De rivier de Ahr ontspringt in Blankenheim in de Eifel. De bron vinden we in een kelderruimte van een oud vakwerkhuis. Vanaf de straat kunnen we zien hoe het water uit de ondergrond tevoorschijn komt (afbeelding 1). We volgen de rivier voornamelijk via de B258 die we hier en daar verlaten om interessante geologische fenomenen wat beter te bekijken. 

Bron van de Ahr Blankenheim
Afbeelding 1. De bron van de Ahr in het straatje met de naam 'An der Ahrstraße' in Blankenheim (links).  De kalksteenwand met plooiing uit de Hercynische orogenese (gebergtevorming) langs de Ahr in Blankenheim (midden) met close-up van een deel van de plooistructuur (rechts).

Geplooide kalkstenen uit het Midden-Devoon

Tijdens het eerste gedeelte van zijn reis stroomt de Ahr door een gebied met kalkstenen uit het Midden-Devoon. Ten gevolge van gebergtevorming tijdens het Carboon (de zogenaamde Hercynische orogenese) raakte de ondergrond - en dus ook de gesteenten uit het Devoon - geplooid. Deze plooiing resulteerde in anticlines en synclines. Latere erosie zorgde ervoor dat het bovenste gedeelte van dit geplooide gesteentepakket weer verdween. Hierdoor komen we tegenwoordig in de Eifel een gebied tegen, waar gesteenten uit het Onder-Devoon en Midden-Devoon naast elkaar voorkomen. De synclines uit het Midden-Devoon staan in het Duits bekend als Eifelkalkmulden. Vanaf Blankenheim begint de Ahr zijn tocht door enkele van die 'Kalkmulden'. Dit zijn achtereenvolgens de Blankenheimer Mulde, de Dollendorfer Mulde en de Ahrdorfer Mulde. Tussen deze synclines zitten anticlines met gesteenten uit het Onder-Devoon. Niet ver van de bron stroomt de rivier langs zo'n kalksteenwand waarin de geplooide kalksteen uit het Midden-Devoon goed te zien is (afbeelding 1)

Groeve Auf Fuchsloch

Verderop ligt aan de zijkant van het dal van de Ahr in de kern van de Dollendorfer Mulde de niet meer in gebruik zijnde groeve Auf Fuchsloch. Hier zijn de gesteentelagen door de gebergtevorming schuin gesteld zijn. Verder valt er een horizont op met erg grote schelpen van brachiopoden die tot de geslachten Stringocephalus en Bornhardtina behoren (afbeelding 2). Boven deze schelpenlagen komen gedolomitiseerde kalkstenen en mergelstenen voor, waar koralen in zitten. Stukken van deze gesteenten zijn naar beneden gevallen en liggen daardoor onder aan de rotswand. In sommige van die brokken kunnen we goed de fossielen zien. 

Ahr brachiopoden Devoon
Afbeelding 2. De Ahr stroomafwaarts van Blankenheim (links). Brachiopoden uit de groeve Auf Fuchsloch (rechts).

Winning van ijzererts in gesteenten uit het Onder-Devoon

De Ahr stroomt verder via Ahrhütte dat nog in de Dollendorfer Mulde ligt. De naam van deze plaats duidt op de ijzerwinning uit erts. Het Duitse 'verhütten' betekent namelijk 'smelten van erts'. Dit ijzererts werd noordoostelijk van Ahrhütte bij Lommersdorf in gesteenten uit het Onder-Devoon (Emsien) gewonnen. Bij Ahrhütte zelf komen echter kalkgesteenten in de bodem voor, die daar in het verleden in enkele kleine groeven werden gewonnen. In de omgeving van Ahrdorf mondt de Ahbach in de Ahr uit. 

Een aantal kilometers verderop stroomt de Ahr ten zuiden van Dorsel verder naar het noordoosten op weg naar de Rijn. De rivier passeert zijn eerste dalvernauwing. Het dal is hier maar zo'n 40 meter breed. De kalkgesteenten uit het Midden-Devoon liggen nu achter ons. De Ahr gaat zich al meanderend een weg banen door leistenen en zandstenen uit het Onder-Devoon. Vanaf de B258 is dat meanderen helaas niet overal goed te zien. De weg volgt echter redelijk de route van de rivier en daardoor merken we aan de bochten duidelijk het meanderen. 

Over de Trierbach en de tertiaire vulkaan Aremberg

Bij Müsch mondt de Trierbach in de Ahr uit. Aangezien deze Trierbach qua grootte aardig met de Ahr overeenkomt, wordt deze laatste vanaf dit punt een stuk breder. De B258 gaat over in de L73. Via een breed dal met meanders komen we bij Antweiler waar de 623 meter hoge tertiaire vulkaan Aremberg zichtbaar is. Net voorbij Fuchshofen steekt de L73 bij Laufenbacherhof de Ahr over. In de rotswand bij de brug is goed de gelaagdheid van het gesteente te zien. Gesteentelagen zijn over elkaar heen geschoven, waarbij het geheel nogal gedeformeerd is. 

Geplooide gesteenten uit het Onder-Devoon bij de monding van de Armuthsbach

Even voor Schuld mondt de Armuthsbach in de Ahr uit (afbeelding 3). Op deze plek is ook een ontsluiting, waar de gesteenten uit het Onder-Devoon door de gebergtevorming bijna verticaal zijn komen te staan. Hardere zandsteenbanken komen naast zachtere leisteenbanken voor. We kunnen waarnemen dat de zachtere leisteen tijdens de plooiing iets verbrokkeld is, waardoor erosie en verwering er meer vat op hebben dan op de zandsteen (afbeelding 3)

Ahr geplooide gesteenten
Afbeelding 3. De monding van de Armuthsbach in de Ahr nabij Schuld (links) en de nabij gelegen ontsluiting met gesteenten uit het Onder-Devoon waar de zachtere leisteenbanken (donker) verder geërodeerd zijn dan de hardere zandstenen (midden). Rechts een andere ontsluiting op deze plaats met door de gebergtevorming schuingestelde lagen uit het Onder-Devoon.

Over omloopbergen

Verder richting Schuld bevinden zich links van de weg scheefgestelde afzettingen uit het Onder-Devoon. Door de lusvormige meander van de Ahr wordt Schuld in drie stukken opgedeeld. De lus van de rivier is al zodanig dichtgesnoerd dat bijna een omloopberg ofwel kronkelberg ontstaat. Verderop langs de Ahr komen we dit fenomeen op nog een aantal plaatsen tegen (afbeelding 4)

omloopberg kronkelberg Ahr Schuld
Afbeelding 4. Door de lusvormige meander van de Ahr wordt Schuld in drie stukken opgedeeld (links). Als de meanderlus van de Ahr hier in de loop der tijd nog verder dichtsnoert, zal een omloopberg of kronkelberg ontstaan (rechts).

Canyon-achtige verschijnselen bij Schuld

Door de opheffing van het Rijnleisteengebergte heeft de Ahr zich steeds weer moeten aanpassen aan het omhoogkomen van het gebied. De rivier heeft zich maar liefst 150 meter diep in de ondergrond moeten insnijden. Die insnijding gaat nog steeds met ongeveer 2 mm per jaar door. Dat lijkt nauwelijks de moeite waard, maar als we die insnijding over een periode van duizend jaar bekijken, hebben we het al over een insnijding van 2 meter. In Schuld heeft die insnijding een hoge en steile rotswand van gesteenten uit het Onder-Devoon opgeleverd (afbeelding 5)

Ahr Schuld canyon
Afbeelding 5. Het canyonachtige aanzien van de Ahr bij Schuld (links en midden) en de rotswand met veldweg aan de bovenkant hiervan (rechts).

Wie de moeite neemt om buiten het dorp de tocht naar de bovenkant van deze canyonwand te maken, kan daar verdere geologische bezienswaardigheden bekijken. Geheel ongevaarlijk is deze tocht langs de bovenkant echter niet, want de rotswand gaat rechts naast de veldweg vaak vrij stijl naar beneden. We zien in de wand links een afwisseling van dikke, bruinachtige, harde zandsteenbanken met dunnere grijsblauwe lagen van fijnzandige tot kleiige afzettingen. Beide afzettingen zijn tijdens het Onder-Devoon vanaf het vasteland door rivieren afgezet in de kustdelta die destijds dit gebied vormde (afbeelding 6)

Schuld Ahr Onder-Devoon verschuiving
Afbeelding 6. Close-up van de rotswand aan de bovenkant van de canyonwand bij Schuld: Een afwisseling van zandsteenbanken (roodbruin) met fijnere afzettingen (blauwzwart). De zandsteenbanken zijn ontstaan uit zand dat werd afgezet in snelstromend water tijdens perioden met sterkere regenval. De fijnzandige tot kleiige afzettingen werden gesedimenteerd in rustiger water (links). De zandsteen is onderverdeeld in fijnere laagjes die meestal mooi parallel lopen. Maar er zijn ook schuinstaande laagjes, die werden afgezet als het water iets minder snel stroomde. Het zand werd in de vorm van met de stroomrichting meewandelende duinen getransporteerd. Voor de wand staand, zien we dat het zand met de stroom mee vanaf de linkerkant is aangevoerd. Aan de linkerkant van de duintjes vond daarbij steeds erosie plaats. In de stromingsschaduw aan de andere kant werd dat geërodeerde zand vervolgens weer afgezet. De schuine gelaagdheid is de duinhelling aan de kant van de stromingsschaduw (midden). Iets verderop zit in de rotswand een verschuiving van de gesteentelagen. De blauwgrijze afzettingen gaan aan de andere kant van het breukvlak een stuk lager verder (rechts).

Dit item over de Ahr is een deels gewijzigde en ingekorte versie van de artikelen (De Ahr van bron tot monding) die we hierover in Grondboor & Hamer, Jaargang 67, nummer 2 en 3 - 2013 publiceerden. De artikelen in Grondboor & Hamer bevatten meer achtergrondinformatie en een meer uitgebreide beschrijving om de afzonderlijke locaties te vinden. De bereikbaarheid van locaties kan in de loop der tijd veranderen en bovendien kunnen ze later anders uitzien.

Klik hier voor Geologie langs de Ahr (2)

Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz

© De Belemniet