|
|||||||||||||
Vulkanische gesteentenTufsteenGloedwolken ofwel pyroklastische stromen Tijdens een explosieve vulkaanuitbarsting kunnen gloedwolken (zogenaamde pyroklastische stromen) door de vulkaan uitgeblazen worden. Vulkanische as, gassen en ander vulkanisch materiaal worden dan vaak samen met meegesleurd gesteente uit de bodem door de vulkaan in de lucht geslingerd. Het geheel stijgt als een grote wolk omhoog. Daarna stort de wolk in elkaar en raast het tot 850 graden Celsius hete materiaal met snelheden van vele honderden kilometers per uur langs de vulkaanhellingen en door vooral dalen en andere laagtes in het landschap naar beneden. Daarbij vernietigt de dodelijke wolk alles wat ze op haar pad tegenkomt. Zo vielen ten gevolge van de uitbarsting van de Mont Pelée op Martinique in 1902 ongeveer 29.000 doden. De bekende Franse vulkanologen Katia en Maurice Krafft kwamen op 3 juni 1991 om het leven toen ze verrast werden door een gloedwolk van de Unzen-vulkaan in Japan.
Tufsteen ontstaat uit de afzettingen van gloedwolken Door deze gloedwolken kunnen uitgebreide en dikke vulkanische afzettingen worden gevormd. Als deze afzettingen daarna langdurig met grondwater in contact komen, kunnen ze verharden. Uit het losse mengsel van as, puimsteen en ander uit de bodem meegesleurd materiaal ontstaat dan tufsteen. Tufsteenafzettingen komen we in de meeste vulkanische gebieden op aarde tegen. Ze zijn er in allerlei soorten en variaties. Ook de kleuren ervan kunnen heel verschillend zijn. Zo kennen we witte, zwarte gelige, roodbruine en nog anders gekleurde tufstenen. Ook zijn niet alle tufstenen in dezelfde mate versteend. Daardoor vinden we zowel losse, brokkelige tufstenen als stevige, sterk verharde tufsteenafzettingen. Veel van die tufstenen hebben een aparte naam gekregen. Soms is die naam afgeleid van het gebied waar ze gevonden worden, soms heeft de naam te maken met hun samenstelling en weer een andere keer heeft men er gewoon een naam voor verzonnen die goed klinkt. Men hoopt dan dat de tufsteen daardoor goed verkoopt. Want voor tufsteen zijn allerlei toepassingen bekend. Een van de belangrijkste daarbij is wel de toepassing als bouwsteen. Voor het nader bekijken van tufsteen, brengen we een bezoek aan het vulkanische gebied van de Eifel in Duitsland. Dat is vanuit Nederland gezien namelijk het dichtstbijzijnde gebied met tufsteen.
Meerdere soorten tufsteen uit de Eifel De Eifel kent meerdere soorten tufsteen. Ze zijn afkomstig van de grote uitbarstingen van de Laacher en de Riedener Kessel in het oosten van dit gebied. Nu zeggen begrippen als Laacher en Riedener Kessel de doorsnee lezer natuurlijk niets. Daarom enige verdere uitleg. Het oosten van de Eifel is vooral bekend door de vele uit vulkanisch materiaal opgebouwde kegelvormige heuvels, de vulkanen. Maar naast deze kegelvormige heuvels vinden we er ook de grote inzinkingen in het landschap van drie grote vulkaancomplexen. Deze vulkaancomplexen werden gevoed door grote magmakamers die zich op enkele kilometers onder de oppervlakte bevonden. Op den duur raakten die magmakamers door de vele uitbarstingen leeg waardoor de bovenkant ervan inzakte. Op die manier ontstond een zogenaamde caldera, een grote komvormige vulkanische krater. In het Duits noemt me zo’n caldera een Kessel. Vandaar dat we in de Eifel de Laacher, de Riedener en de Wehrer Kessel kennen. De jongste daarvan is de Laacher Kessel die ongeveer 13.000 jaar geleden ontstond. De tufsteen uit deze Kessel werd echter het eerst door de mens als bouwsteen gebruikt. Dat gebeurde al zo’n 2000 jaar geleden door de Romeinen. We kennen deze tufsteen daardoor als Römer tufsteen. Tegenwoordig wordt nog steeds Römer tufsteen gewonnen. Alleen gebeurt dat nu op grotere diepte. Daardoor gaan de groeves uit de Romeinse tijd helaas verloren. Gelukkig heeft men op het terrein van de Traßgrube Meurin bij Kretz een deel van het Romeinse gangenstelsel geconserveerd. Dit gangenstelsel is hier overdekt met een constructie van staal en glas en voor het publiek ter bezichtiging opengesteld.
Naast de Römer tufsteen kennen we uit de Eifel nog de Weiberner, Ettringer en Riedener tufsteen. Deze bouwstenen zijn alle drie ontstaan door uitbarstingen in de Riedener Kessel. In het gebied zelf komen we daarvan vooral de Weiberner en Ettringer tufsteen als bouwsteen tegen. De Riedener tufsteen ziet men er niet zoveel in gebouwen. En buiten de Eifel zijn we hem nog nooit tegengekomen. Al deze hier genoemde tufstenen uit de Eifel hebben een enigszins witte tot wat donkerder bruingrijze grondmassa met bonte inschakelingen van stukjes anderskleurige gesteenten. Maar in het gebied kent men ook een vrij donkere tufsteen. Hij is grijszwart van kleur en hij stamt uit de Wehrer Kessel. We zien hem op meerdere plaatsen toegepast in het dorpje Wehr. Men noemt hem daar Wehrer Stein.
Niet alle tufsteen is even hard Doordat niet alle tufsteen even hard is, is hij niet altijd geschikt als bouwsteen. Een goed voorbeeld van zulke tufsteen vinden we in de Eifel bij Volkesfeld. Achter de Oberdorfstraße zien we daar afzettingen van een lichtgekleurde tufsteen. Een bewoner uit de straat vertelt dat het gesteente nooit als bouwsteen is gebruikt vanwege zijn zachtheid. En inderdaad, als men een brok van dit gesteente in de hand neemt, laat het zich gemakkelijk in stukjes breken.
Tufsteen in Nederland In Nederland heeft men in het verleden ook vrij veel tufsteen uit de Eifel gebruikt om mee te bouwen. In de meeste gevallen was dit Römer tufsteen. Later heeft men – vooral voor restauratiedoeleinden – ook Weiberner en Ettringer tufsteen gebruikt. Meer recent is ook Italiaanse tufsteen in Nederland voor restauratiedoeleinden toegepast. Bij de beschrijving van de locaties is sprake van momentopnames. De kans bestaat dat situaties en het aanzien op een later tijdstip niet meer hetzelfde zijn. Beschouw de vindplaatsgegevens dan ook als richtlijnen die in mindere of meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig vooraf aan de hand van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt met de werkelijkheid. Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||||
© De Belemniet |