|
|||||||||||||
Leisteenklei - kleisteen - schalie - leisteen - fylliet - schist - gneisAan het prille begin van het ontstaansproces van leisteen staat klei. Klei is een sedimentair gesteente dat voornamelijk bestaat uit plaatvormige kleimineralen zoals illiet, smectiet en montmorilloniet. Als bovenop de klei nieuw sediment wordt afgezet, zal de klei door samendrukking en verkitting veranderen in een versteende klei die we kleisteen noemen.
Als de kleisteen uit laagjes is opgebouwd (laminatie) die van elkaar losgespleten kunnen worden, dan noemt men hem schalie. De mineraalinhoud van klei, kleisteen en schalie is echter nog steeds hetzelfde. Door de afzetting van steeds meer sediment of bij gebergtevorming kan de kleisteen of schalie op meerdere kilometers diepte terecht komen. Daar zijn de druk en temperatuur veel hoger dan aan het aardoppervlak. Door deze hogere druk en temperatuur vinden chemische reacties plaats waardoor de mineralen in de kleisteen of schalie een verandering ondergaan. De mineralen worden zo omgevormd dat de oorspronkelijke kleisteen of schalie niet meer als zodanig te herkennen is. We spreken in dit geval van een metamorfose van het gesteente: er is een metamorf gesteente ontstaan, dat we leisteen noemen.
Net zoals schalie is leisteen sterk gelaagd. De belangrijkste mineralen die bij de metamorfose zijn gevormd, zijn kwarts en mica. Vroeger werden gespleten platen van leisteen gebruikt om bijvoorbeeld schrijfleien van te maken. Tegenwoordig worden er nog steeds leien voor dakbedekking van gemaakt.
Als de temperatuur en druk nog iets hoger zijn, ontstaat door metamorfose fylliet. In fylliet zijn de nieuw gevormde mica’s groter dan bij de leisteen. Met het blote oog zijn ze wel nog onzichtbaar, maar ze geven het gesteente een zijdeglans waardoor het er duidelijk anders uitziet dan leisteen. Als de druk en temperatuur nog hoger zijn, ontstaat schist. De mica’s kunnen nu wel met het blote oog zichtbaar zijn.
Uit een schist kan uiteindelijk een gneis ontstaan. Het is echter niet zo dat bij elke schist klei aan de basis staat. Bij hoge druk en temperatuur kan graniet namelijk ook tot gneis worden omgevormd.
Voor het schrijven van dit item is vooral van de volgende bronnen gebruikgemaakt: • Ontdek de geologie van David McGeary en Charles Plummer is een uitgave van Kosmos/Z&K, Utrecht 1994. Het boek heeft 261 bladzijden. De oorspronkelijke titel is: Physical Geology, Earth Revealed. • Het hoofdstuk ‘gesteenten’ in het boek De aarde waarop wij leven is geschreven door G. Govers. Het boek is een uitgaven van de Zuidnederlandse Uitgeverij N.V., Aartselaar 1989 en het heeft 254 bladzijden. • Van Modder tot Leisteen van Manuel Sintubin verscheen in het tijdschrift GEA van de Stichting Geologische Activiteiten in september 2009 (nummer 3). •
De items kleisteen
en schalie
op Wikipedia
(versie 9 juli 2021). Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||||
© De Belemniet |