|
|||||||||||
Fossielen van Decapoda(krabben, kreeften en garnalen)Krabben, kreeften en garnalen behoren in het dierenrijk tot de orde van de Decapoda (de tienpotigen). Van deze dieren worden regelmatig fossielen gevonden, maar vaak gaat het dan maar om gedeelten van het dier. Krabben hebben een sterk pantser waardoor we een aardige kans hebben om daar fossielen van te vinden (afbeelding 1). Doordat de dieren tijdens de groei een aantal malen 'uit hun jasje' (hun pantser) groeien, wordt de kans om daar fossielen van te vinden nog groter. Vooral het schild (de carapax) komen we veel tegen. Hoe het komt dat we geen complete krabben als fossiel vinden, kunnen we tegenwoordig goed aan onze Noordzeekust bekijken. Daar spoelen regelmatig krabben aan. In de branding worden ze heen en weer geslingerd en al snel breken poten en scharen van de dieren af (afbeelding 2). Het schild als sterkste deel blijft dan het beste behouden. Om compleet te fossiliseren moeten dode krabben snel met sediment bedekt worden. Dat gebeurt op plaatsen met stilstaand water zoals lagunes waar de branding haar verwoestende werk niet kan doen.
Mooie fossielen van kreeften zijn wat zeldzamer. Hun pantser is niet zo sterk als dat van krabben waardoor de kans kleiner is dat het goed fossiliseert.
Nog minder kans om te fossiliseren hebben de garnalen. Dat komt doordat ze relatief dunne pantsers hebben. Dat wil echter niet zeggen dat we ze nergens in goed gefossiliseerde vorm tegenkomen. Bekend zijn hun overblijfselen in de Solnhofener kalksteen. Ook in de kalksteen van het Boven-Krijt (Formatie van Maastricht) uit Zuid-Limburg en omgeving vinden we ze. Bijzonder is dat het daar meestal gaat om alleen maar losse scharen van de garnaalachtige Mesostylus faujasi die nog niet zo lang geleden ook wel bekend stond als Protocallianassa faujasi (afbeelding 3). Vooral uit de Kalksteen van Nekum zijn zulke scharen bekend. Door onderzoek naar nog bestaande aanverwante soorten weten we toch iets meer van Mesostylus faujasi. Zo weten we dat ze in de bodem tunnelstelsels aanlegden waarin ze leefden en hun voedsel opsloegen.
Tunnels van in de bodem gravende Decapoda uit het Boven-Krijt van Zuid-Limburg en omgeving konden later opgevuld raken met siliciumdioxide dat we tegenwoordig in de kalksteen terugvinden als pijpvormige en takvormige vuurstenen. Deze vuurstenen staan ook wel bekend als graafgangvuurstenen (afbeelding 4).
Voor het schrijven van
dit item over fossielen van Decapoda is van vooral de volgende bronnen
gebruik gemaakt:
• John W.M. Jagt et al., Veranderde inzichten over twee Limburgse Krijt-fossielen: Hemipneustes en Mesostylus, GEA (Stichting Geologische Activiteiten), juni 2015, nummer 2. • G. Zuidema, Fossiele Decapoda, over garnalen, kreeften en krabben (deel 1: garnalen en kreeften), GEA (Stichting Geologische Activiteiten), 1998, nummer 1. • G. Zuidema, Fossiele Decapoda, over garnalen, kreeften en krabben (deel 2: krabben en Anomura), GEA (Stichting Geologische Activiteiten), 1998, nummer 2. Tekst: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz |
|||||||||||
© De Belemniet |