|
|||||||
Bedevaartsoord Onze Lieve Vrouw ter Nood en Runxput bij HeilooOver bijzondere
kapellen, bedevaartsoorden en gekerstende plaatsen en gebruiken
|
Afbeelding 1. Links: de Runxput met op de achtergrond de genadekapel. Rechts: In de genadekapel. |
De Runxput
Bedevaarten naar het oord zijn al uit de 15e eeuw bekend. De Runxput moet nog veel ouder zijn. Hij wordt in ieder geval al in de 11e eeuw genoemd. En mogelijk was het al in heidense tijden, voor het Christendom hier zijn intrede deed, een heilige bron. In dat geval hebben we met een gekerstende put te maken, waar nu Maria wordt vereerd. Aan het water uit deze Runxput wordt een geneeskrachtige werking toegeschreven. Bezoekers kunnen zelf wat van dit water uit de put tappen. Het kan er vanuit de diepte naar boven gehaald worden met een metalen kannetje dat aan een lange ketting hangt. In de genadekapel zijn speciale plastic flessen te koop om het water in te doen (afbeelding 2). Bij de put spreken we met een vrouw die net water aan het tappen is (afbeelding 2). Ze vertelt dat ze hier iedere twee weken met haar moeder komt. Het bedevaartsoord heeft duidelijk een vaste plek in het leven van nogal wat mensen.
Over de Kruipberg en kruipende pelgrims
Waar nu de genadekapel staat, werd aan het begin van de 15e eeuw een kapel op een heuvel gebouwd. Volgens de overlevering gebeurde dat na de vondst van een Mariabeeldje bij de put. De betreffende heuvel stond later bekend als de Kruipberg omdat de gelovigen vaak kruipend rond de kapel trokken. Dat is niets ongewoons. Tegenwoordig kennen we nog steeds het verschijnsel van kruipende pelgrims in bedevaartsoorden buiten Nederland.
Afbeelding 2. Bij de put spreken we met een vrouw die net water aan het tappen is. Met een metalen kannetje aan een ketting haalt ze het water uit de put naar boven. Speciale plastic flessen hiervoor zijn in de genadekapel te koop. |
Verdere geschiedenis van het bedevaartsoord
Ongeschonden
kwam het bedevaartsoord zeker niet door de tijd. Zo werd de kapel in de
tweede helft van de 16e eeuw verwoest bij het beleg van Alkmaar en werd
de put in de eerste helft van de 17e eeuw vernield om het pelgrimeren
een halt toe te roepen. Maar in 1713 ging de bron weer stromen. Of dat
spontaan gebeurde of dat er een handje geholpen werd, is iets waar de
meningen over verschillen. Naar verluid vonden er toen ook weer
genezingen plaats. Zo zouden boeren hun door de runderpest getroffen
vee dit water te drinken gegeven hebben waarna genezing volgde. Heiloo
werd een erg belangrijke bedevaartplaats. Maar ook dat was geen lang
leven beschoren. De autoriteiten vonden het toch wat veel van het
goede. Het bedevaartsoord werd afgegraven en verdween.
Maar ook nu was dat niet het definitieve einde want in de 20e eeuw
werden de relicten van de put en de kapel opgegraven waarna de opbouw
ervan weer begon. Dat resulteerde in het huidige levendige en druk
bezochte bedevaartsoord. Een oude traditie is in ere hersteld.