De Belemniet

Home

Onderwerpen

Producten

Excursiepunten

Contact

Links

Over ons

Sitemap

De Dörenther Klippen bij Ibbenbüren

Ligging van de Dörenther Klippen 

De Dörenther Klippen zijn een ongeveer vier kilometer lange rotsformatie ten zuiden van Ibbenbüren in het Tecklenburger Land in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen. Voor wie van de auto gebruik maakt om de klippen te bezoeken, is er een Wanderparkplatz ‘Dörenther Klippen’ langs de B219 ten zuiden van Ibbenbüren (afbeelding 1).

parkeerplaats Doerenther Klippen
Afbeelding 1. Globaal overzichtskaartje van de ligging van de Dörenther Klippen. Het rood omkaderde hokje rechts is in het linker gedeelte van de afbeelding uitvergroot. Het rode bolletje geeft de ligging van de parkeerplaats aan. Via een bospad (rode pijltjes) komt men bij de klippen.

Osning-Sandstein - ontstaan 

Deze rotsformatie aan de rand van het Teutoburger Wald is opgebouwd uit zandsteen – de zogenaamde Osning-Sandstein - die tot veertig meter boven het landschap uitsteekt. De Osning-Sandstein (die we op meer plaatsen in het Teutoburger Wald tegenkomen) stamt uit het Onder-Krijt. Hij is afgezet van het Valanginien tot het Onder-Albien, van ongeveer 130 tot 110 miljoen jaar geleden. Het afzettingsgebied maakte in die tijd deel uit van een warme, ondiepe zee in een kustgebied. In dat kustgebied werden grote hoeveelheden zand afgezet die in de loop der tijd verhardden tot de zandsteen die we nu als Osning-Sandstein kennen. Net zoals dat tegenwoordig nog steeds het geval is, waren afzettingen in een ondiep kustgebied tijdens het Onder-Krijt onderhevig aan de dynamiek van het zeewater. Daardoor ontstonden golfribbels in het zand. Ook werden daarbij onderwaterduinen gevormd die we tegenwoordig in de zandsteen herkennen aan de schuin staande gelaagdheid in de afzettingen. De afzettingen zelf lagen daarbij echter min of meer horizontaal. 

Osning-Sandstein Doerenther Klippen
Afbeelding 2. De schuine stand van de afzettingen bij de Dörenther Klippen.

Schuine stand van de afzettingen door de Alpiene orogenese 

Dat de afzettingen tegenwoordig bij de Dörenther Klippen behoorlijk scheef staan (afbeelding 2), heeft te maken met de Alpiene Orogenese die ongeveer aan het einde van het Krijt begon en waarbij onder andere de Alpen ontstonden (zie ook het item ontstaan van bergen). Het ontstaan van de Alpen werd mogelijk doordat de Afrikaanse Plaat en de Euraziatische Plaat (waarop Nederland en Duitsland liggen) met elkaar in botsing kwamen. Door die botsing werden enorme gesteentepakketten verbogen en vervormd met onder andere als gevolg het oprijzen van de Alpen. De gevolgen van zulke botsingen kunnen we tot ver op de continenten tegenkomen als vervormingen in de gesteentemassa's (afbeelding 3; zie ook het item plooien en breuken). De schuine stand van de afzettingen bij de Dörenther Klippen (ongeveer 45˚) is daar ook een gevolg van.

Osning-Sandstein Doerenther Klippen
Afbeelding 3. De deformatie van de afzettingen van de Osning-Sandstein is op een aantal plekken bij de Dörenther Klippen goed te zien. Links zien we hoe het gesteente geplooid is. Rechts is te zien hoe de hellinghoek verschilt en discordantie ontstaat op plaatsen waar overschuiving heeft plaatsgevonden.

Externsteine ook van Osning-Sandstein 

Op andere plaatsen in het Teutoburger Wald zijn de afzettingen van de Osning-Sandstein meer dan alleen maar schuin komen te staan. Zo treffen we ze bij de Externsteine ten zuidoosten van Detmold (afbeelding 5) vrijwel verticaal staand aan. Maar het kan nog extremer zijn. Op weer andere plekken zijn de afzettingen van de Osning-Sandstein zelfs zover doorgekiept dat oudere afzettingen er boven op zijn komen te liggen. En dat terwijl jongere afzettingen eigenlijk bovenop oudere afzettingen horen te liggen. De Osning-Sandstein ligt daar dus in feite ondersteboven. 

Osning-Sandstein Doerenther Klippen
Afbeelding 4. Vanaf de klippen heeft men ook een goed uitzicht over het Münsterland.

Fossielen in Osning-Sandstein 

Echte fossielen komen we in de Osning-Sandstein niet veel tegen. Toch moet er tijdens het Onder-Krijt heel wat leven in het zand zijn geweest dat nu deze zandsteen vormt. We komen er namelijk op een aantal plaatsen heel wat sporenfossielen ofwel ichnofossielen (afbeelding 5) in tegen. Sporenfossielen zijn sporen die planten of dieren achtergelaten hebben waardoor je weet dat ze er geweest zijn. Voorbeelden daarvan zijn graafgangen, kruipsporen, vraatsporen en pootafdrukken. Bij de Osning-Sandstein komen we plaatselijk sporen tegen die duidelijk maken dat de bodem door dierlijk leven behoorlijk omgewoeld is geweest. 

Osning-Sandstein Doerenther Klippen
Afbeelding 5. De foto's bij dit item zijn gemaakt tijdens het volgen van de Kletterweg "Hockendes Weib" (linksboven). Met het Hockendes Weib wordt hier een rotsformatie in de klippen bedoeld die met enige fantasie op een hurkende vrouw lijkt en waaraan een sage verbonden is. De Externsteine (linksonder) bestaan uit afzettingen van de Osning-Sandstein die vrijwel verticaal staan. Rechts: zandsteen uit het Onder-Krijt met sporen van een door wormen omwoelde zeebodem.

Bij de beschrijving van de locaties is sprake van momentopnames. De kans bestaat dat situaties op een later tijdstip niet meer hetzelfde zijn. Beschouw de vindplaatsgegevens en routebeschrijvingen dan ook als richtlijnen die in mindere of meerdere mate veranderd kunnen zijn. Bepaal zo nodig vooraf aan de hand van kaarten of de beschreven situatie overeenkomt met de werkelijkheid. 

Voor het schrijven van dit item is vooral van de volgende publicaties (pdf op internet) gebruik gemaakt: 

Naturbausteine historischer Bauwerke des Münsterlandes und seiner angrenzenden Gebiete van Ulrich Kaplan verscheen in Geologie und Paläontologie in Westfalen - Heft 73 - 2009 Landschaftsverband Westfalen-Lippe / LWL-Museum für Naturkunde, Münster 

Die Unterkreide-Aufschlüsse des Osning-Sandsteins (NW-Deutschland) - Ihre Fauna und Lithofazies van Jörg Mutterlose verscheen in Geologie und Paläontologie in Westfalen - Heft 36 - 1995 Landschaftsverband Westfalen-Lippe 

Geologie Teutoburgerwald van Mark Keiter (Naturkunde-Museum Bielefeld) – tmms-Verlag


Tekst en overzichtskaartje: Jan Weertz
Foto's: Jan en Els Weertz
© De Belemniet